Schrijn Dionysius bevat inderdaad schedel

In het kistje met de vermoedelijke stoffelijke resten van Dionysius de Kartuizer blijkt zich inderdaad een schedel en een stuk kaak te bevinden, evenals enkele historische documenten. Dat bleek zaterdag 3 december, toen het kistje tijdens een bijzondere bijeenkomst in de Caroluskapel in Roermond werd geopend. Uit wetenschappelijk onderzoek moet komende tijd blijken of het inderdaad om de schedel van Dionysius gaat.

In de kapel hadden zich zaterdagmorgen diverse deskundigen verzameld die zich bezighouden met genetisch-genealogische onderzoek onder leiding van professor Maarten Larmuseau die verbonden is aan de universiteiten van Leuven en Antwerpen. Ook enkele historici en kunsthistorici waren aanwezig. Frater Leo Disch O.S.B. van de benedictijnerabdij in Mamelis opende het kistje, nadat vicaris-generaal Mgr. René Maessen en deken Alexander de Graaf Woutering van Roermond een gebed hadden uitgesproken.

Met een hamer en een beitel opende broeder Disch het kistje, dat met een rood lint verzegeld was. Professor Larmuseau en een medewerkster tilden vervolgens met beschermende handschoenen aan de schedel en de kaak uit het kistje. Aan de vorm konden zij direct zien dat het om de schedel van een man ging. Uit verder onderzoek moet blijken hoe oud deze precies is. Dit kan onder andere op basis van een tand, die zich nog in de kaak bleek te bevinden en waaruit DNA-materiaal gehaald kan worden. De verwachte onderkaak bleek niet in het kistje te zitten, waardoor een volledige gezichtsreconstructie niet mogelijk zal zijn.

De documenten die bij de schedel zaten, dateren hoofdzakelijk uit de 18e eeuw, toen het kartuizerklooster in Roermond werd opgeheven en de resten verspreid raakten naar Swalmen en later Keulen. Vandaaruit zijn ze in de 19e eeuw weer in Roermond terecht gekomen. In de jaren tachtig van de vorig eeuw kwamen ze uiteindelijk weer terug in de Caroluskapel. Een ander document bleek een afschrift van een 17e-eeuws papier te zijn. Historicus Dr. Peter Thissen vermoedde na een vluchtige blik op de tekst daarin te lezen dat erin beschreven staat dat de schedel mogelijk niet van Dionysius de Kartuizer is. De komende tijd zal hij de Latijnse tekst gedetailleerd bestuderen en vertalen.

Professor Lamuseau en zijn team gaan de schedel en de kaak gedetailleerd onderzoeken en hopen in de loop van volgend jaar uitsluitsel te kunnen geven over onder andere de ouderdom van de stoffelijke resten. Op basis van hun gegevens kan definitief vastgesteld worden of het om Dionysius de Kartuizer handelt of mogelijk om een van zijn medebroeders.

Dionysius de Kartuizer heette eigenlijk Denis van Leeuwen. Hij leefde van 1402 tot 1471. Hij was geboren in Rijkel in de huidige gemeente Borgloon in Belgisch-Limburg. Hij studeerde onder meer in Zwolle en Keulen en trad in bij de kartuizer monniken in Roermond. Daar groeide hij uit tot een van de belangrijkste Europese theologen van zijn tijd. Hij schreef veel boeken en traktaten. Een bekende uitspraak over hem luidt: “Wie Dionysius gelezen heeft, heeft niets niet gelezen.”

Ook na zijn dood bleef Dionysius in theologische kringen bekend, maar na de opheffing van de Roermondse kartuis in 1783 raakte hij enigszins in de vergetelheid. Het nieuwe onderzoek is onder meer bedoeld om Dionysius en zijn werk weer bekender te maken en om te achterhalen of er in de omgeving van Borgloon nog mensen wonen die aan hem verwant zijn. Het onderzoek wordt met toestemming van het bisdom uitgevoerd in opdracht van de stichting Edmond Delhougne uit Roermond. Deze zet zich in voor genealogisch onderzoek.

Bekijk meer foto’s van de opening van het kistje