Geschiedenis van de Roermondse processie

Talrijke processies trokken er bij alle mogelijke gelegenheden door Roermond. Nog steeds weten vele oudere Roermondenaren hierover te vertellen. Felix Timmermans beschreef in zijn boek "Pallieter" meesterlijk de sfeer en indrukken rond de processie. We citeren:
"En daarna in een zeer-ogend geschitter van zonbeschenen goud, omgeven van gezangen en belgerinkel en zoeten wierooksmoor, kwam de Baas van hierboven de processie sluiten. Iedereen ging op zijn knieën zitten en vouwde de handen saam. Vier mannen in het rood staken de gouden baldakijn omhoog waaronder de pastoor, in gouden koorkap, de blinkende remonstrantie, met het Heilig Brood erin, voor zijn gezicht hield. Zijn ogen waren toe, zijn blinkend kletshoofd stak een beetje boven de hoge stijve kap, en zijn lange, witte sluikharen waaiden nevens zijn oren.
En traag ging de processie voort onder het weelderig groen der hoge vestebomen. De zon scheen erover en de koleuren blonken als diamant. De wind speelde met de kleren en klapperde in de vlaggen. De muziek ruiste, de bellen rinkelden, en de klokken galmden den groten feestdag in de lucht.
Pallieter was door al dien eenvoud waaronder zo'n groot geloof blonk, zo geroerd, dat er een krop van in zijn keel kwam.
'Kom' zei hij, 'we gon 't er oek achter'. De wierook hing nog blauw en geurend in de bomen en er was een reuk over de aarde als een balsem."

Einde citaat.

Velen zullen zich deze indrukken kunnen herinneren, maar meteen zal het oordeel volgen: dit is nostalgie, de hang naar het verleden; dit kan niet meer in deze tijd…. Inderdaad, het leek niet meer te kunnen. Eén voor een verdwenen de processies die vaak stoelden op een eeuwenoude traditie. De kleine processie die sinds jaar en dag de Roermondse kermis opende en de grote of Sacramentsprocessie was dit lot ook beschoren in de zestiger jaren.

Ruim tien jaar later gingen echter stemmen op voor een herstel en opvallend genoeg waren het met name jongeren die zich hier sterk voor maakten. In 1977 was het zo ver: de Sacramentsprocessie trok opnieuw uit en dat is sindsdien weer elk jaar het geval. Dit eerherstel bleek een goed initiatief: de belangstelling nam toe, leek even terug te lopen, maar bloeide weer op tot een onverwachte hoogte. De Sacramentsprocessie van tegenwoordig is in feite een samengaan van de zogenaamde grote en kleine processie. We schetsen hier de historie van de grote en de kleine processie. Allereerst de grote processie.

Feest ter ere van het H. Sacrament

In de dertiende eeuw leefde in een Augustinessen-klooster even buiten Luik ene Zuster Juliana. In herhaalde verschijningen schijnt Christus haar gevraagd te hebben om er voor te ijveren, dat er een afzonderlijk feest ter ere van het H. Sacrament ingesteld zou worden. Na jarenlang zwijgen, aarzelen en bidden openbaarde Zuster Juliana in 1230 haar geheim aan o.a. de aartsdiaken Jacobus van Luik. Deze raakte overtuigd en verzocht de Bisschop van Luik een Sacramentsfeest in te willen stellen op de donderdag ná Drievuldigheidszondag. Dit gebeurde uiteindelijk in 1246.
De al genoemde aartsdiaken Jacobus werd later paus onder de naam Urbanus IV. Het zal niemand verbazen dat hij spoedig, in 1264 om precies te zijn, het Sacramentsfeest tot heel de kerk uitbreidde. Tot in onze dagen is deze dag dan ook bekend als Sacramentsdag. Zuster Juliana was intussen in 1258 gestorven, maar nog steeds wordt zij als heilige vereerd.

Richten wij nu onze blik op Roermond, dan zien wij dat de stad in die dagen deel uitmaakte van het Bisdom Luik, zodat ook Roermond al in de eerste helft van de 13e eeuw haar Sacramentsprocessie kende. Omdat Roermond talrijke processies kende, werd juist deze bekend onder de bijnaam 'grote processie'.

Tot de Franse tijd trok deze op Sacramentsdag. Aanvankelijk zal ze uitgetrokken zijn vanuit de Roermondse parochiekerk aan de Markt. Toen echter de H. Geestkerk (vroeger gelegen op de hoek H. Geeststraat/Munsterstraat) na de oprichting van het Bisdom Roermond in 1559 Kathedraal werd, stelde de bisschop pogingen in het werk om de processie vanuit zijn zetelkerk te laten vertrekken. Dit blijkt o.a. daaruit dat op Sacramentsdag 1583, de magistraat vóór aanvang van de processie, een protest opstelde naar aanleiding van het feit dat Bisschop Lindanus al voor de derde keer de processie vanuit de Kathedraal van de H. Geest liet uittrekken en niet uit de Roermondse parochiekerk, zoals van oudsher de gewoonte was. Verder stelt de magistraat dat dit de laatste maal moest zijn, dat inbreuk gedaan werd op een oude traditie. Wanneer de bisschop zo graag een processie vanuit zijn zetelkerk wilde laten trekken, moest hij maar een nieuwe instellen, zo was de mening van de magis¬traat.

Er is niet achterhaald kunnen worden uit welke kerk de processie tussen de jaren 1600 en 1661 uitgetrokken is. Vast staat wel dat ná 1661 dit punt in elk geval geen moeilijkheden meer op kon leve¬ren. De bisschoppelijke zetel werd toen namelijk vanuit de H.Geest overgebracht naar de St. Christoffelkerk en zo werd deze paro¬chiekerk tevens Kathedraal.
Veel gegevens over de processies stammen uit de zgn. 'Donderdagse Protocollen', de notulen van de vergaderingen van de magistraat. Zij vermelden ook wie meetrokken: de burgers der stad, voor deze gelegenheid ingedeeld volgens de zgn. kwartieren. Dit was een mi¬litaire indeling die in de stad bestond en die op een verdeling volgens de straten berustte.
Van de stoet maakten verder deel uit de Kanunniken van het Kathe¬drale Kapittel, de Bisschop, de Deken en kapelaans, wees- en schoolkinderen o.l.v. zusters en broeders, de magistraat der stad, de stadhouder van het Overkwartier met zijn echtgenote, kanselieren en raden van het Hof van Gelre, de heren van de rekenkamer, enz. Vreemd genoeg schijnt er volgens de 'Protocollen' ook flink gescho¬ten te zijn tijdens de processies. Vanaf 1601 vindt men zelfs regel¬matig aantekeningen van de aankoop van vuurwerk op stadskosten. In 1665 ontstond echter tengevolge van het schieten tijdens de proces¬sie brand. Deze groeide uiteindelijk uit tot de grote stadsbrand, die tweederde van de stad in de as legde. Men werd toen wat voor¬zichtiger met het schieten en voortaan werd nauwkeurig aangegeven in welke straten schoten gelost mochten worden.
Ook het versieren van de straten moet een oud gebruik zijn. Al in 1583 spoort Bisschop Lindanus de magistraat en burgerij aan om bij gelegenheid van de Sacramentsprocessie altaren voor hun woningen te plaatsen of tenminste kaarsen voor hun ramen te zetten en de straten te versieren.

Na een onderbreking in de Franse tijd (1796-1815) werd de Sacraments¬processie weer in ere hersteld. De wetgeving van de 19e eeuw bemoeilijkte de gang van zaken rond de openbare godsdienstoefeningen, maar dezelfde wetten bepaalden dat "eene buiten de gebouwen en besloten plaatsen gehouden openbare godsdienstoefening" alleen dan plaats mocht vinden, wanneer deze ter plaatse al in 1848 gebruikelijk was. De bisschop liet dan ook meteen weten dat deze al "sinds onheugelijke tijden" de volgende route volgde: vanuit Kathedraal, Swalmerstraat, Hegstraat (thans Lindanus- en Pollartstraat), Munsterplein, Oliestraat (thans Paredisstraat), Neerstraat, Marktstraat en via de Markt terug naar de Kathedraal.

De processie mocht dan ook blijven trekken, maar werd in het begin van deze eeuw naar de zondag ná Sacramentsdag verplaatst.
Tot in de zestiger jaren bleef de grote processie trekken, maar gaandeweg nam de belangstelling af. Uiteindelijk werd besloten om, helemaal in de geest van die tijd, dit oude gebruik maar af te schaffen. Ruim tien jaar later gingen er echter stemmen op om deze traditie in ere te herstellen. Vreemd genoeg spanden vooral de jongeren zich hiervoor in en de voorstanders wonnen uiteindelijk het pleit. Op 12 juni 1977 trok de Roermondse Sacramentsprocessie weer uit, net als in het verleden op de zondag ná Sacramentsdag.

Kleine processie is nog ouder

Dan gaan we nu in op de historie van de 'kleine processie'. Gaat de grote of Sacramentsprocessie terug tot de 13e eeuw, de kleine processie vanuit de Munsterkerk is nog ouder. De Abdis Anna van Baerick laat in 1598 weten dat de processie vanuit de Munsterabdij in dat jaar al gedurende meer dan drie en een halve eeuw gehouden zou zijn. Deze processie zou dan dus teruggaan tot de jaren toen de Munsterabdij gesticht werd (1218-1224). Omdat de Sacramentsprocessie pas bestaan sedert circa 1250, zal deze stoet van oorsprong dan ook geen processie met het H. Sacrament geweest zijn, maar een processie die uittrok op de verjaardag van de kerkwijding. Kerk en klooster waren en zijn toegewijd aan O.L. Vrouw en het is dan ook begrijpelijk dat een beeld van Maria meegevoerd werd. We lezen dan ook in 1560: "Als men Unse Vrouwe dryecht" en omstreeks 1600: "die Abdisse und hair Jouffre mit Onsser L. Vrouwe Beelt und St. Bernartz beelt uns reliquien". Uit het laatste kan afgeleid worden dat niet alleen een O.L. Vrouwe-beeld, maar ook een Bernardusbeeld meegevoerd werd. Ook dit is zeer begrijpelijk, want St.Bernardus werd bijzonder vereerd door de Cisterciënser-orde, waartoe het Roermondse Munster behoorde. Het O.L. Vrouwe-beeld zal echter zeker een ereplaats ingenomen hebben. Dit blijkt ook uit het feit dat de annalen herhaalde malen melding maken van schenkingen door de stiftdames van mantels en sieraden voor dit beeld. Vóór 1546 werden al een damasten en fluwelen mantel geschonken en omstreeks 1550 valt te lezen: "eynen gulden gordell wagende eyn halff pont dairvan is Onser Liever Vrouwen croin gemaickt". Het beeld werd in 1572 bij de verovering en plundering van de stad door de troepen van Willem van Oranje van al zijn kostbaarheden beroofd. Meteen na het herstel van de rust werden echter weer zilveren bekers, gouden sieraden en edelstenen geschonken om het beeld opnieuw alle luister te geven.

Het tegenwoordig in de Munsterkerk aanwezige beeld, dat bekend staat onder de naam O.L. Vrouw Vogelsangh stamt uit de 15e eeuw. Aangenomen wordt dat dit beeld een ouder beeld heeft moeten vervangen. Hoewel het waarschijnlijk is, staat niet onomstotelijk vast of dit beeld ook in de processie meegevoerd werd. Wat wel vast staat is dat dit beeld van O.L. Vrouw net als vorig jaar, ook dit jaar in de processie meegedragen zal worden.

De kleine processie vertrok altijd vanuit de Munsterkerk en in de dagen dat de abdij nog bestond namen de abdis en de zusters (meestal 8 á 12 in getal) hieraan deel. Daarnaast waren er echter de overige bewoners van het Munster, zoals novicen, priesters, donaat- en lekebroeders en de adellijke meisjes die er hun opvoeding genoten. Van buiten het klooster namen deel de kanunniken van het Kapittel van de H. Geest met deken, proost, scholares en chorales, de pastoor en kapelaans van de parochiekerk, de magistraat van de stad en de burgerij verdeeld in gilden. Dit gezelschap breidde zich in de loop van de jaren uit. Zo gingen er later ook bruidjes mee, want in 1667 werd geschreven dat het verboden was om "bruytiens ende gecierde keinderen in 't marcheren onder de processie te beschencken mit bier ofte eenighe andere dranck".
Ook toen de abdij eenmaal opgeheven was, bleef de processie vanuit de Munsterkerk trekken en deed in luister nauwelijks onder voor de grote of Sacramentsprocessie.

Vanouds vormde déze processie, de Roermondse kermis en de jaarmarkt 'n drie-eenheid. Oorspronkelijk trok deze processie vanaf haar ontstaan uit op de dinsdag ná Pinksteren. Het is begrijpelijk dat Bisschop en Magistraat deze dag als processie- en kermisdag, met de jaarmarkt op de daaropvolgende woensdag ongunstig vonden. Door alle voorbereidingen kwam het Pinksterfeest in het gedrang en bovendien was de woensdag na Pinksteren een vasten- en onthoudingsdag, wat de handel op de jaarmarkt zeker niet ten goede kwam. Men wenste dit tijdstip omstreeks 1596 dan ook te verplaatsen, maar hierover raakte men in conflict met de abdis. Uiteindelijk werd in 1599 een compromis gevonden. De processie met kermis werd verplaatst naar Drievuldigheidszondag. Dit was dus de zondag voorafgaande aan Sacramentsdag.
Tot de Franse tijd (omstreeks 1795) is deze processie blijven trekken en luidde dan tevens de Roermondse kermis in. Na beëindiging van de Franse overheersing keerden de zusters niet meer terug naar hun klooster; de processie echter werd in ere hersteld. Ruim anderhalve eeuw lang zou zij nog blijven trekken, maar ten slotte ging ook deze processie in de woelingen van de zestiger jaren ten onder.

Samenvatting

Ten slotte vatten we de hierboven beschreven gegevens samen. In de eerste plaats mag aangenomen worden dat de zgn. kleine processie vanuit de Munsterkerk de oudste is en terug gaat tot het begin van de dertiende eeuw. Trok zij aanvankelijk op de dinsdag ná Pinksteren, vanaf ca. 1600 werd zij gehouden op Drievuldigheidszondag. Altijd echter heeft zij tevens de Roermondse kermis geopend. Oorspronkelijk is het waarschijnlijk geen Sacramentsprocessie geweest, maar werd meer de nadruk gelegd op het omdragen van een beeld van O.L. Vrouw.
De eigenlijke Sacramentsprocessie – vermoedelijk stammend uit de eerste helft van de dertiende eeuw, dus iets jonger – werd in Roermond bekend onder de naam van grote processie. Aanvankelijk trok deze op Sacramentsdag vanuit de Kathedraal, maar aan het begin van deze eeuw werd deze verplaatst naar de zondag erna.
Deze tradities, die nauw verbonden waren met de historie van de stad, gingen verloren in de stormachtige zestiger jaren van de twintigste eeuw. In 1977 echter werd de Sacramentsprocessie in ere hersteld. Opnieuw trok zij op de zondag ná Sacramentsdag vanuit de Kathedraal. In 1985 werd besloten om ook elementen uit de kleine processie hierin op te nemen, zodat de processie voortaan zal trekken vanuit de Munsterkerk naar de Kathedraal.

Bron: artikel door M.K.J. Smeets, vml. hoofd-archivaris aan het Rijksarchief Limburg en vml. Gemeente-archivaris van Roermond