Sinds het begin van de Veertigdagentijd vindt er elke zondag om 16.00u een gezongen vesperviering plaats in de Christoffelkathedraal. De devotie tijdens deze vespers is georiënteerd richting het Dalheimer Kruis.

Het Dalheimer Kruis is een van de belang- rijkste en oudste kunstschatten in de Roer- mondse binnenstad. Het is vernoemd naar het Cisterciënzerinnenklooster van Dalheim, net over de grens bij Vlodrop. Hier werd het kruis eeuwenlang bewaard en als wonderdadig vereerd. Het kruis da- teert uit de eerste helft van de veertiende eeuw.

Het Dalheimer Kruis is een zogenaamd ‘Gaffelkruis’, waarbij de kruisarmen geen rechte balk vormen, maar schuin omhoogsteken. Ook zijn de kruisbalken niet recht en geschaafd, maar hebben een echte boomvorm – een verwijzing naar de levensboom. De nadruk wordt gelegd op het lijden van Christus: Zijn lichaam is uitgemergeld, Zijn gelaat in pijn verwrongen en bloed stroomt over Zijn lijf. Toch, zelfs in dit moment van uiterste pijn, zegent Hij met zijn rechterhand de beschouwer.

Over hoe het kruis in de Roermondse kathedraal terecht is gekomen bestaat een vroom verhaal. Toen het klooster in Dalheim aan het eind van de achttiende eeuw in haar bestaan bedreigd werd, besloten de adellijke zusters hun belangrijkste schat, het Dalheimer Kruis, in veiligheid te brengen. Ze laadden het kruis op een kar, waar een blind paard voor werd gespannen. Waar het paard naar toe zou lopen, daar zou het kruis een veilige bestemming vinden. Uiteindelijk hield het paard bij de Roermondse kathedraal halt.

Het klooster te Dalheim werd in 1802 gesloten. In 1810 volgde de officiële overdracht van het kruis middels een akte. De zusters bepaalden echter dat wanneer het klooster ooit weer heropgericht zou worden, het kruis terug diende te keren naar zijn oude verblijfplaats.

Na de restauratie in 2022 heeft het Dalheimer Kruis een andere, prominente en meer veilige plek gekregen in de kathedraal.