Berichten

In Nativitate Domini 2023

Elk jaar zijn er families die het overkomt: Vlak voor Kerstmis, het feest van ‘vrede op aarde’, romantiek, familiale sfeer en nostalgie, sterft een dierbare en tijdens de Kerstdagen moet de uitvaart voorbereid worden, waarnaast het nieuwe, aanstormende jaar een aanvang neemt met afscheid, gemis, voortaan definitief een pijnlijk lege plaats. Het overkomt ons ditmaal als Rooms katholieke geloofsfamilie en als kathedraalparochie in de Bisschopsstad: Onze herder, geestelijke vader Harrie Smeets is ons komen te ontvallen op slechts 63-jarige leeftijd, na een dapper en diepgelovig gedragen ziekte en sterfbed. We kijken naar de lege Bisschopszetel, de cathedra, en onze gebeden worden geplengd voor de zielenrust van deze warme en menselijke persoon alsook om troost, kracht en sterkte voor zijn familie en mantelzorgers die hem liefdevol en volhardend verzorgden.

Staat u mij toe een persoonlijke noot: Wij beiden hadden contact vanaf dag 1 van zijn seminarietijd, trokken een hele periode intensief met elkaar op, deels in overlappende werkterreinen waardoor hij mijn werkaccenten goed kende. 3 ½ jaar geleden haalde hij mij naar Roermond en ik fungeerde voor hem geregeld als vraagbaak omtrent liturgische, ceremoniële en protocollaire details die hij enerzijds lichtelijk belachelijk en lachwekkend vond, maar die hij toch conform zijn rang goed gestalte wilde geven. We kruisten over bestuurlijke en organisatorische zaken soms stevig de degens en relativeerden met kwinkslagen de scherpe randjes daarvan en een regelmatig terugkerend thema was altijd zijn lichte voorkeur voor volkse kitsch, met als hoogtepunt zijn fenomenale Engelenkerststal in een kathedraal vol antiek en kunst, wat hem grinnikend deed zeggen “dat het toch prachtig is dat Gods Zoon Jezus mens wordt, geboren wordt ‘Tussen kunst en kitsch’ “, met de toevoeging dat ‘dat schoelje van volkse herders eerder te gast was dan de spuit 11 deftige 3 Koningen”.

Afgelopen woensdag ontsliep onze Bisschop, toevallig net heel even alleen gelaten en het was ook zijn wens om ‘alleen over de Grote Drempel heen te gaan zonder iemand er bij’, en het tijdstip was rond 3 uur in de middag, nota bene het stervensuur van Jezus, en 20 december is de adventsdag gedurende welke tijdens de Mis het Evangelie wordt voorgelezen van de Aankondiging van de Geboorte door de engel Gabriël, waar Maria sprak: “Zie de Dienstmaagd des Heren, mij geschiede naar uw woord”, een tekst die hem tot steun was tijdens zijn bisschopsambt en tijdens zijn ziekte; het Evangelie ook van zijn bisschopswijding alsook tijdens de laatste maal in de Munsterkerk op zijn 5e ambtsjubileum 8 december, het Hoogfeest van de Onbevlekte Ontvangenis.

Zijn wapenspreuk is: “In Gods Naam mensen lief hebben”. De mens is het allerbelangrijkste schepsel op aarde, Gods liefde gaat zozeer naar mensen uit dat Hij zijn Zoon Jezus mens laat worden in de Kerstnacht. Wanneer de diaken water bij de wijn doet aan het altaar, zegt hij in stilte: “water en wijn worden één, Gij deelt ons mens-zijn en neemt ons op in Uw goddelijk leven”. En het volwassen geworden Kerstkind zegt in het Evangelie voortdurend in allerlei varianten dat Hij gediend en gezocht wil worden in liefdedienst aan kwetsbaren, eenzamen, hongerigen, dorstigen, naakten, zondaars, vluchtelingen, kortom’ in de minsten der Mijnen’ waardoor Hij van Godsdienst tevens en vooral dienst aan mensen maakt. Waar liefde heerst tussen mensen, waar mensen elkaar nabij zijn in liefde, hulp, dienstbetoon en elkaar doorheen het leven met vallen en opstaan dragen in Zijn Naam, daar is de Godmens Jezus werkelijk aanwezig. Hij, de Zoon van God, vraagt ons, hier en nu, daagt ons uit, om zelf nog meer mens te worden, dat wij menselijkheid in ons opnieuw geboren willen laten worden en of wij, door de beleving van geloof, hoop en liefde, kunnen en durven te groeien in menselijkheid naar elkaar toe. Want daar gaat Kerstmis over: God wordt mens, vrede op aarde aan de mensen van goede wil, maar herkennen wij voldoende dit hemelse geschenk, deze gave als ópgave? Spreken wij voldoende in onszelf opnieuw de zachte kracht van warme menselijke liefde aan die van God komt en die ons God-gelijkend maakt? Laten wij allen in Gods Naam mensen meer liefhebben, concreet, met daden, met de gave van heel onze persoon. Liefde: Dat toont onze goede wil, dat maakt mogelijk een betere wereld, dat betekent, ja creëert, voor ons allen: Een Zalig Kerstfeest!

Amen.

Adventsboodschap 2023

Broeders en zusters in Christus,

Wat zullen we met Kerstmis eten? Wie nodigen we uit? Of gaan we ergens naartoe om Kerst te vieren? En geven we elkaar cadeautjes? Moeten die dan nog gekocht worden of is dat al gebeurd? Dit soort vragen horen bij de voorbereiding op het Kerstfeest.

Nu horen we deze zondag Jezus zeggen: ‘Wees waakzaam, want gij weet niet wanneer het ogenblik daar is.’ Jezus zegt: Let op! Natuurlijk horen allerlei praktische zaken bij ons dagelijks bestaan, maar er zijn dingen in het leven die veel belangrijker zijn.

Zo lezen we in het evangelie van deze eerste Adventszondag ook dat de heer des huizes het beheer van zijn goederen aan zijn dienaars heeft overgedragen. Dat lijkt een praktische mededeling, maar er zit een veel diepere betekenis achter. God heeft het beheer van Zijn schepping aan ons toevertrouwd tot het moment waarop Hij terugkomt op aarde. Wij hebben allemaal onze eigen taak gekregen om zo goed mogelijk met die schepping om te gaan.

Dat is een zware verantwoordelijkheid. Denk maar aan het klimaatvraagstuk, de komst van migranten of de steeds groter wordende groep Nederlanders die op of onder de armoedegrens leeft. Dan heb ik het nog niet over dat vreselijke geweld in alle oorlogsgebieden! Of wat dacht u van de waarschuwingen die klinken bij de ontwikkeling van kunstmatige intelligentie. Ons hoofd duizelt ervan!

Als je de actualiteit volgt, zou je haast gaan denken dat het onmogelijk is om goed met de schepping om te gaan. Veel mensen haken af, omdat ze zich niet gehoord en gezien weten en zich geen raad weten met deze ontwikkelingen.

Daarom zoeken we naar lichtpuntjes. In deze donkere dagen voor Kerstmis heel letterlijk. Kijk de komende weken maar eens om u heen: overal is feestverlichting te zien. Die lampjes vertolken een diep verlangen in elke mens naar licht.

We kunnen niet alle problemen oplossen die op ons afkomen. Ook ons geloof heeft niet altijd antwoord op deze vragen. Godsdienst is ook niet bedoeld om alle vragen op te lossen. Godsdienst is allereerst een dienst aan God. Dat bedoelt Jezus als Hij spreekt over ‘waakzaam zijn’. Dat heeft alles te maken met onze zorg voor de schepping van God in het hier en nu. Het gaat over de mensen om ons heen, over onze ouders, onze kinderen, onze buren. Over de natuur en de dieren. De hele schepping hebben we als een geschenk ontvangen en is aan onze zorg toevertrouwd.

De Heilige Augustinus zei: ‘God waakt over ons door onze verantwoordelijkheid voor elkaar.’ Waakzaam zijn, is die verantwoordelijkheid serieus nemen. We hoeven niet alles te doen of te kunnen. Maar wát we doen, kan een licht in de duisternis zijn. Zeker als we het samen doen.

Die verantwoordelijkheid werd ook gevraagd van die ene persoon die ons in de Adventstijd bijzonder na aan het hart ligt: Maria. Zij draagt het Kind dat zich het ‘Licht der wereld’ noemt: Jezus. Sinds de 4e eeuw wordt Maria vereerd onder de titel: ‘Draagster van het licht’. We mogen haar zo noemen, omdat haar Kind de Zoon van God is. Hij werd mens, Gods mens. Door zijn menswording leerde Hij ook aan ons wat het betekent om mens te worden.

Met liefde leerde Hij ons dat zorg voor de schepping ook betekent opkomen voor recht en gerechtigheid, voor de waardigheid van iedere mens: vrouw, man, kind, jong en oud, zwart en wit. Of ze nu in een ver land wonen, dichtbij in onze straat of in het asielzoekerscentrum. Jezus leert ons hoe wij samen kunnen groeien in menswording en verantwoordelijkheid; hoe wij zorg kunnen dragen voor elkaar.

Advent, zusters en broeders, is de tijd waarin we toegroeien naar Kerstmis. Het is een tijd om waakzaam te zijn en te luisteren naar wat de Heer ons te zeggen heeft: over hoe wij in Zijn spoor mens worden. Om te doen wat Hij gedaan heeft en meer nog: Hem te wórden. Is het niet geweldig om een God te hebben die Zijn handen nooit van ons aftrekt, ondanks ons menselijk tekort? Het is het begin van de vreugde van het komende Kerstfeest: God wordt mens en loopt met ons mee.

De Adventstijd is rijk aan symboliek en ingetogenheid. Graag nodig ik iedereen uit om zich deze weken, als een moeder die een kindje verwacht, te laten leiden door Maria de draagster van het Licht. Zij wijst ons de weg naar haar Zoon en naar elkaar, omdat we allemaal haar kinderen zijn. Durven we ons klein te maken zoals het Kind in de kribbe? Daar is geen bedreiging. Alleen de uitnodigende lach van een lieve baby. Hij is God-met-ons, het ware Licht in ons leven.

Gaat u rustig door met uw voorbereidingen voor Kerstmis. Maar maak daarbij wel gebruik van dit ene ingrediënt: God is liefde. Ook voor jou. Ook voor u. Wie je ook bent. Als we ons afvragen wat we met Kerstmis eten, is het goed om ons te realiseren dat Jezus Christus ons eigenlijke Kerstvoedsel is.

Van ganser harte wens ik u, en allen die u dierbaar zijn en met wie u zich verbonden weet, een Zalig Kerstfeest toe en nu al een door God rijk gezegend 2024.

Roermond, december 2023

René Maessen,
diocesaan administrator

Roodboek van Charles Dickens met als titel: A Tale of Two Cities

Vastenbrief mgr. Smeets

Broeders en zusters in Christus,

Halverwege de 19e eeuw schreef de Engelse auteur Charles Dickens het verhaal van twee steden. Dat verhaal begint met de prachtige zin: ‘It was the best of times. It was the worst of times’. Het was de beste en het was de slechtste van alle tijden. Nu is de situatie niet veel anders.

In het evangelie van de eerste zondag van de Veertigdagentijd horen we hoe Jezus door de Geest naar de woestijn wordt gebracht. Dat is de plek waar leven en dood met elkaar strijden. Wie in Israël komt, kan de kale steenachtige woestijn ervaren, waarin zon en wind hun kracht laten gelden. Het is de plek waar het leven zijn vanzelfsprekende aangenaamheid verliest, zich verbergt. Daar wordt ‘The best of times’ tot ‘the worst of times’.

Jezus gaat die woestijn in en maakt daar een moeilijke tijd door. Bij het laatste avondmaal zal hij zijn leerlingen laten weten hoe hij ernaar verlangd heeft
om het Paasmaal met hen te gebruiken. Maar hier in de woestijn krijgt hij na veertig dagen honger. Op het moment waarop hij zich zwak voelt, treft hij zijn tegenspeler. De duivel komt hem verzoeken. De evangelist Mattheüs, van wie wij in dit evangelie het verleidingenverhaal horen, beschrijft de drie verzoekingen, de drie bekoringen, die Jezus te verduren krijgt.

De duivel daagt hem uit om een steen in brood te veranderen. Ook brengt hij hem boven op de tempelpoort en zegt dat Jezus gerust van de poort kan springen.

God zal immers zijn engelen wel sturen om Jezus te beschermen, zodat hij zijn voet niet zal stoten aan een steen. Als hij gekruisigd wordt, horen we de Schriftgeleerden echter roepen: ‘Anderen heeft Hij gered, maar zichzelf redden kan Hij niet.’

Tot slot brengt de duivel Jezus op de plek, vanwaar hij hem het koningschap over alle koninkrijken van de wereld aanbiedt. Over dat koningschap zal Jezus later tegen Pilatus zeggen: “Ja, koning ben ik, maar niet van deze wereld.” Het lijkt erop dat de woestijn de beste der tijden tot de slechtste der tijden maakt. Honger, overmoed of letterlijk hoogmoed: vanaf een hoge berg neerkijkend op de wereld en haar mensen.

De verleidingen die Jezus ondergaat, zijn van een andere orde dan de eenvoudige verleidingen die wij meestal voorgeschoteld krijgen in deze vastentijd.
Deze verleidingen in de woestijn zijn voor Jezus een oefening voor het leven dat vóór hem ligt. Sterker nog, het is een oefening voor het sterven dat vóór hem ligt en waarvan gaandeweg de onontkoombaarheid zal blijken.

Waar het in het verhaal van de bekoringen om gaat, is het mysterie dat ook Jezus menselijke verleidingen heeft ondervonden. Hij werd verleid om zijn eigen God
te zijn, om de Schriften naar zijn hand te zetten en zijn eigen spoor te trekken.

Anders gezegd: Jezus kreeg de verleiding voorgelegd om de band met de Vader los te laten en zijn macht uitsluitend te gebruiken voor zijn eigen verlangens en behoeften. Het lijkt op onze tijd. Ook wij worden steeds uitgedaagd om voor de gemakkelijkste, de beste, tijd te kiezen. Maar als wij daarbij God vergeten en van hem losraken, kiezen we misschien wel net voor de slechtste tijd.

Jezus bezweek niet voor de verleidingen, maar koos de weg die de Vader voor hem had uitgezet. Ondanks al het lijden dat hem te wachten stond, was dat de beste keuze die hij kon maken. De komende weken gaan we op weg naar Pasen.
Ook al moeten wij door een woestijn heen: ‘It is the best of times’.

Roermond, februari 2023
+ Harrie Smeets,
bisschop van Roermond

Om over na te denken…

Op Goede Vrijdag vraagt Pilatus aan Jezus: “Gij zijt dus toch Koning?” waarop Jezus antwoordt: “Ja, Koning ben Ik. Hiertoe ben ik geboren en hiertoe ben Ik in de wereld gekomen om getuigenis af te leggen van de waarheid. Alwie uit de waarheid is, luistert naar mijn stem.” Pilatus roept dan uit: “Wat is waarheid” en zonder op een antwoord te wachten loopt hij naar buiten, alsof hij bang is voor het antwoord. Pilatus lijkt op de moderne mens anno 2022 die immers ook niet wil weten van de waarheid aangezien het bestaan van een objectieve waarheid alle subjectieve, eigen verzonnen waarheidjes behoorlijk in de kou zet en onderuithaalt. In het licht van de waarheid hebben onze zelfverzonnen theorieën en “ik vind-waarheden” geen enkele waarde. Wie open staat voor een waarheid die van buiten op ons afkomt, zal kiezen voor heel andere, nieuwe en echte waarden.

Er is in ons binnenwerelds denken en spreken een groot verschil tussen een waarheid en een waarde. Een waarheid is niet altijd waardevol, een waarde is altijd waardevol. Een waarheid kun je niet altijd waarderen, een waarde wordt altijd gewaardeerd. Een waarheid kan hard zijn, een waarde is altijd warm. Een waarheid is iets van ons verstand, van ons hoofd alleen, een waarde is iets van het hart, iets van de hele mens. Met een waarheid ben je soms blij, met een waarde ben je altijd blij. Een waarheid kan ik bewijzen met mijn verstand, terwijl die waarheid toch buiten mij blijft staan, een waarde kan ik nooit bewijzen; ik kan alleen maar zeggen: het betekent voor mij zoveel.

Zo kunnen wij de ‘waarheden’ van ons geloof nooit bewijzen; wij kunnen wel zeggen: ons geloof betekent zoveel voor ons. Wij kunnen nooit bewijzen dat de Heer verrezen is; maar de waarde daarvan kun je wel vragen aan een stervende, die zich helemaal heeft vastgeklampt aan de waarde, dat het goede nooit verloren zal gaan. En eerlijk gezegd hebben we dan geen bewijs nodig. Waarheden laten ons meestal koud omdat ze abstract en onpersoonlijk, irrelevant kunnen zijn, we kunnen eraan twijfelen. Maar waarden vullen ons leven, wij kunnen zelfs niet leven zonder waarden.

Wie ons kerkelijke leven alleen maar ziet als een leer, met een aantal waarheden, vervalt zo makkelijk in liefdeloze disputen. Dan worden mensen veroordeeld, verketterd, buitengesloten. Maar wie ons Rooms Katholieke geloof ziet als een waarde voor het leven, zal niet keihard disputeren, maar zal liefdevol overtuigen door te getuigen van die onmisbare waarden.
Elkaar verketteren in naam der waarheid heeft geen waarde, het is waardeloos.  Maar als wij de waarheid van ons geloof, de waarheid waar Jezus van getuigt en waarvoor Hij Zijn leven heeft gegeven, laten binnenkomen in ons hart, dan worden de waarheden tot waarden, waarvan wij de blije getuigen worden en waardoor we vrijelijk kunnen, mogen en durven spreken van Jezus’ Verrijzenis, Zijn overwinning op de dood. En dan beleven we innerlijk en in contact met elkaar werkelijk een Zalig Pasen! Zó waardevol…

Met goed humeur geloven in het leven!

Een priester uit Zuid-Limburg verhaalde eens van een dierbare parochiaan die gedurende langere tijd op sterven lag. Zijn vrouw, ook al oud, had vele dagen en nachten bij hem zitten waken. Plotseling probeerde de man overeind te komen en hij begon te stamelen en zei: “Vrouw, geef miech ins e dröpke..! (borrel)” Waarop de vrouw hem toebeet: “Heij weurd neet gedroonke, heij weurd gestorve..!”
Wie wel eens van dichtbij een sterfbed heeft meegemaakt, weet dat er soms, tussen tranen en verdriet door, heel wat humor is en relativerende woorden worden gesproken rond een sterfbed. Veel van die grappen komen juist uit de mond van degene die doodziek is. Misschien heeft ook u wel eens ervaren, hoezeer humor troost kan scheppen en gemeenschap sticht; dat zelfs op uiterst pijnlijke momenten, soms bij uitvaarten, humor als een verzachting en zelfs bevrijdend kan werken. Humor is het allerlaatste wapen van de hoop. Soms lijkt het zelfs bijna een overwinning van de mens op de dood!

Dit is misschien een wat ongebruikelijke manier om over Pasen te schrijven, maar weet u dat dit in een lange traditie van Paaspreken staat? In de Middeleeuwen was het namelijk gebruikelijk dat de predikant in sommige regio’s de kansel besteeg en dan zijn paaspreek begon met een daverende mop, een paasgrap. En de hele kathedraal lachte uitbundig. Die lach moest de toehoorders in de juiste paas-stemming brengen. Het schijnt dat latere predikanten daar steeds meer een potje van gingen maken en dat ook het peil van de grappen daalde, zozeer, dat de grappen door de kerkelijke overheden werden verboden.

Waar komt die paashumor eigenlijk vandaan? Wel, die komt rechtstreeks uit het heilig Evangelie. Wie goed leest en zich inleeft in de situatie van de eerste leerlingen, kan de humor er vandaag nog vanaf proeven! In wezen is het graf-verhaal van Pasen een en al ironie en spotlach om de dood. De soldaten die Jezus hadden bespot, gemarteld en vermoord en die nu in opdracht van de machtigen der aarde het lijk bewaken, die soldaten zijn ineens zelf ‘als de dood’. Macht en geweld worden in hun hemd gezet. En het graf dat men zo zorgvuldig met een hele zware rolsteen had afgesloten, wordt soepeltjes opengeschoven en de steen die Jezus had willen opsluiten in het tijdelijke, fungeert als krukje voor een engel. En welke toehoorder, die had meegeleefd met het gruwelijke verhaal van Jezus mishandeling op Goede Vrijdag, zal niet een grote voldoening en genoegdoening gevoeld hebben toen hij hoorde, hoe diezelfde soldaten beginnen te sidderen van angst. Onze liefhebbende Vader beziet vaak onze menselijke plannenmakerij met milde ironie en laat met een glimlach een goede onverwachte wending ons deel zijn op een manier welke wij zelf niet hadden kunnen bedenken; let u maar eens op in uw eigen leven…

Eindelijk, gerechtigheid! Eindelijk wordt het kwaad op zijn nummer gezet. Voor de zoveelste keer in Jezus leven, maar nu definitief. Het paasverhaal lacht de dood in zijn gezicht uit, in een variatie op Paulus’ opmerking: “Dood, waar is nu uw angel?”
Voordat het Evangelie zo met geest en humor kon spreken over Jezus dood, is er natuurlijk heel wat gebeurd. Jezus’ vrienden zijn natuurlijk door veel verdriet en verlatenheid heengegaan. Ze hebben natuurlijk ook hun twijfels gehad. Ze hebben zich ook afgevraagd hoe het mogelijk is dat iemand die zozeer leefde vanuit en met God, nu echt dood kan zijn. Maar tenslotte is hun geloof sterker geweest. Tenslotte hebben zij zich overgegeven aan de hoop. En toen ineens werd die rauwe werkelijkheid van het graf een stuk minder rauw. God lacht met het geweld van het kwaad. En Jezus lacht ons liefdevol tegemoet, en nu lachen wij, gelovigen, mee. Zo is Pasen het feest van de overwinning van het leven. Het Exsultet, de Paasjubelzang zingt van een onverwoestbare hoop. En ze doet dat met de humor van degene die weet dat alles goed zal aflopen. Laten we Pasen uitdragen en er onze seculiere wereld mee uitdagen: Zonder bitterheid en met een milde, uitnodigende lach.
Onze wereld, tot stilstand gekomen en overhoop gehaald door de Corona pandemie, heeft hoop nodig. Wijzelf, soms bange en onzekere mensen, hebben hard nodig het geloof in de overwinning van het leven en van het goede. Geen lichtzinnig optimisme. Maar zoals eens een filosoof zei, gevraagd naar zijn visie op de toekomst van kerk en wereld: “Ik ben niet optimistisch, maar wel hoopvol.”

In die geest voor u een zalig Pasen!

Kerstmis 2020, Kerstmis in Coronatijd…

Kerstmis kennen we als een feest van familie, warmte, nabijheid, vrede, nostalgie en romantiek. Maar Kerstmis anno 2020 is heel anders en doet ontnuchterend een beroep op onze realiteitszin. We dromen dit jaar bepaald niet uit de werkelijkheid weg. Integendeel, de lege plekken aan tafel en het kleine gezelschap waarin we ons bevinden, dromen ons veeleer de werkelijkheid binnen. Andere jaren gaan we het portiek binnen van gezelligheid, ontmoetingen, kortstondige sfeer, een tijdelijke bubbel zo’n beetje aan de voordeur van elkaars leven, dit jaar zwaait de deur wagenwijd open naar de realiteit van wat de corona pandemie met ons samen leven en met onszelf doet. Alle rotsvaste vertrouwdheden die eigen zijn aan deze dagen zijn ineens weggevaagd, al onze routine, al onze gewoontes van visites, cadeaus, eten, drinken, bomen, ballen en uitbuiken na van alles gewoon veel te veel, zijn ineens weg gevaagd en het lijkt alsof we plotsklaps in een ijskoud winterlandschap zijn geworpen. Het voelt als een kater. Terwijl we intens verlangen naar samenzijn met onze dierbaren en geliefden, leerde ons de pandemie dat elke ontmoeting een potentieel gevaar inhoudt en noodgedwongen houden we afstand met een deels afgedekt en daardoor niet altijd herkenbaar gezicht.

“Geen glamour en glitter, geen eer te behalen, geen bezoek, behalve wat uitschot van enkele herders.”

Door dit alles is er veel eenzaamheid om ons heen, met name onder kwetsbare medemensen die zorg en aandacht behoeven. Mensen zijn bang om elkaar te ontmoeten, bang om de straat op te gaan. Alle sociale verbanden haperen, de gezonde routine van onze kerkgang alsook van onze lidmaatschappen van verenigingen, koren en vrijwilligerswerk zijn in veel gevallen tot stilstand gekomen.

Tegelijkertijd gaat alles door, maar ánders, eenvoudiger, bescheiden. Ontdaan van veel gewoonte en uiterlijk vertoon wordt naarstig gezocht naar “wat kan wél?”, wat is de essentie van wat we willen vasthouden, vieren en doorgeven? Het daagt uit, het maakt ons inventief, we zoeken en vinden wel degelijk wegen. We ondergingen een dekenswisseling, kinderen werden gedoopt en gevormd, we vierden op sobere wijze de 800e verjaardag van de Munsterkerk. Een mooi en toegankelijk les-, lees- en leerpakket over de Munsterkerk en ons katholieke geloof voor de jeugd werd gepresenteerd. Terwijl veel uiterlijke festiviteiten weg vielen, was er veel focus op de inhoud, op het wezen van wat, wie en hoe we zijn als parochie en individu en op onze verantwoordelijkheid om toekomstgericht met onze jeugd aan de slag te blijven. Van de oppervlakte en buitenkant naar essentie en binnenkant.

De geboorte van Gods Zoon Jezus, het grootse moment van Gods menswording vond plaats in de stilte van de Kerstnacht op een, voor ons onbekend tijdstip. De omstandigheden waren erbarmelijk; koud, vies, geïmproviseerd, -er was immers geen plaats in de herberg- en wie waren die armoedige Maria en Jozef nu eigenlijk? Onaanzienlijke, onopvallende mensjes uit een klein dorp temidden van stinkende beesten. Geen glitter en glamour, geen eer te behalen, geen bezoek, behalve wat uitschot van enkele herders. Maar de inhoudelijke betekenis blijkt van onpeilbare diepte en ongekende rijkdom: God treedt binnen in onze menselijke geschiedenis door zelf mens te worden, God verheft al wat eenvoudig, onbeduidend en kwetsbaar is, God is in Jezus onze Vriend, gesprekspartner, beschermer en inspiratiebron; geen ‘iets’ maar een Iemand. Elke mens is gewild, bedoeld, gepland en geliefd door God; bestemd om eeuwig te leven in blijvend geluk en in het licht van liefde.

“Vrede op aarde aan mensen van goede wil”, zingen de engelen in de Kerstnacht. Vrede wordt ons niet aangeboden op een zilveren dienblaadje. Wij allen worden geprikkeld, uitgedaagd om de dragers en brengers te zijn van deze boodschap waaraan wij allen behoefte hebben. Deze boodschap dragen wij uit door onze liefde, onze inzet, ons er-voor-elkaar-zijn, ook en vooral in deze coronatijd. Alle zeilen moeten worden bijgezet, alle hens aan dek om juist nu onze wereld leefbaar te houden. Niet onze cadeaus zijn belangrijk, maar wel de zelfgave van onze hele persoon; tijd geven, jezelf geven. We zijn ten diepste elkaars kostbaarste geschenk en dat zien we aan de gave van Gods eigen Zoon Jezus aan ieder van ons.

Jezus vinden we overal waar nood en eenzaamheid is, overal waar mensen elkaar nodig hebben. God wordt mens, God wil gediend worden in mensen. Zo wordt Godsdienst dienst-aan-mensen. Wie dat inziet, is een mens van goede wil, is een mens die bewust leeft en ziet waar nood aan liefde en nabijheid is. Corona haalt niet zelden het beste in ons naar boven. Hopend op en biddend om betere tijden gaan we vertrouwvol het nieuwe jaar 2021 tegemoet! God laat ons nooit in de steek!

Een Zalig Kerstfeest en goede gezondheid voor u allen!

Adventsboodschap 2020

Broeders en zusters in Christus,

Een foto uit de media: voor de kerk van Nice staat een soldaat met een mondkapje op en in zijn handen heeft hij een geweer. Die foto zegt veel over het afgelopen jaar, want in die ene foto zitten twee vormen van gevaar die dit jaar om aandacht vroegen: er zijn mensen die het leven van anderen bedreigen en er is een virus dat evenzeer levensbedreigend kan zijn. En dus letten we op, zijn we waakzaam: waakzaam dat corona niet verder verspreid wordt en waakzaam dat het leven van mensen niet door anderen bedreigd wordt. De foto van de soldaat met mondkapje en geweer toont die waakzaamheid in één beeld. Zou dat de waakzaamheid zijn die Jezus bedoelt in het evangelie als Hij zegt: ‘Wees waakzaam’?

Is deze waakzaamheid het nieuwe normaal voor onze toekomst? Bij alle maatregelen, hoe begrijpelijk en zinnig ook, is er ook iets in ons binnenste dat zich verzet tegen het idee dat dit het nieuwe normaal zou zijn: dat we op weg zijn naar een wereld waarin onze handen gevuld worden met een geweer en ons gezicht bedekt wordt, zodat het bijna onmogelijk is om te zien welk gevoel daarop te lezen staat. In het verlengde daarvan was onlangs in het nieuws dat heel jonge mensen, eigenlijk nog kinderen, steeds vaker een mes bij zich dragen om zichzelf een gevoel van veiligheid te geven.

Een van de oer-menselijke gevoelens, die dit jaar nogal sterk naar voren kwam, is angst: een bedreigend virus in de buurt of geweld dat een mens blijkbaar zomaar kan treffen: het roept angst op. Bang zijn, is een heel menselijke eigenschap die ertoe kan leiden dat we ons verschansen achter de schijnveiligheid van een wapen, van scherpe woorden of van een gezichtsuitdrukking waaraan niets valt af te lezen.

Met heel ons wezen voelen wij aan dat het niet de bedoeling kan zijn dat dit normaal is, dat wij in permanente angst zouden moeten leven. Als mensen verwachten, hopen en geloven we dat een ander ons in principe wel goed gezind is en dat onze wereld fundamenteel wel goed geschapen is. Kortom: dat we bestemd zijn om zonder constante bedreiging te leven en evenzeer bestemd zijn om samen te leven.

Jezus roept op tot waakzaamheid aan het begin van de Advent. Dit is echter geen waakzaamheid om het onheil buiten de deur te houden, maar waakzaamheid om het heil binnen te laten. Om het heil dat God ons schenkt niet voorbij te lopen, maar onze ogen, onze handen en ons hart ervoor open te houden.

Maar verwachten wij nog heil van Godswege of hebben veel mensen God in het verleden opgesloten? Geloof, dat was vroeger, wordt dan gezegd. Of: van geloof komt alleen maar ellende. Daar is veel op af te dingen. En als God er alleen in het verleden was, wat houden we dan over voor de toekomst? Waar vinden we dan nog heil als het leven ons te machtig dreigt te worden?

Uiteraard dienen we onze eigen en elkaars gezondheid te beschermen, onze duur bevochten vrijheid te verdedigen en ook is het goed dat jonge mensen zo’n mes afgenomen wordt. Maar zou het niet nog beter zijn als de angst zelf van ons weggenomen zou worden, als we zouden ervaren dat angst niet nodig is?

De profeet Jesaja in de eerste lezing gebruikt een mooi beeld: Het volk van Israël zit in de problemen en God lijkt onzichtbaar geworden, onzichtbaar verscholen achter de wolken. Het volk heeft God blijkbaar vergeten. ‘Niemand die eraan dacht uw Naam aan te roepen, die op U zijn vertrouwen durfde te stellen,’ zegt Jesaja. Dan vraagt hij: ‘Scheur toch de hemel open en daal af.’

Laat het heil binnen, roept het evangelie. ‘Scheur toch de hemel open en daal af.’ Christus is het die ons heil brengt. Hij daalt af, komt naar ons toe en deelt ons menszijn. Niet zodat alle problemen van ons weg genomen worden, maar om te laten zien dat angst niet nodig is; dat Hij ons leven deelt en redt.

God brengt onze wereld geen onheil maar heil. De Immanuel, God-met-ons, komt naar ons toe en laat ons weten dat we ten diepste van God zijn. Wees waakzaam, zodat we Zijn Woord met open armen kunnen ontvangen, zodat het ons innerlijk kan bevrijden van angst en onzekerheid en niet afketst op een geharnast innerlijk.

‘God staat bij, wie op hem durft te hopen.’ Dat is de belofte van Jesaja in de lezing. En iets durven, veronderstelt dat we niet te bang zijn. Laten we niet bang zijn op God te vertrouwen. In het groeiende Licht van de Advent kan Hij de wolken van onze bange duisternis verdrijven en ons brengen tot Christus: Licht uit Licht.

Een gezegende Adventstijd toegewenst.

Roermond, november 2020

+ Harrie Smeets,
bisschop van Roermond

Onze parochianen aan het woord!

De vreugde van Pasen merk je ook hieraan: mensen gaan vertellen! Maria Magdalena, de leerlingen van Emmaüs, de apostelen… en ook onze medeparochianen! Hoe breng je deze tijd door? Hoe heb je Pasen beleeft? Heb je de Verrezen Heer “gezien”? Deze vragen heb ik gesteld aan degenen die ik op een of andere manier tegenkwam. Ik moet zeggen dat alles wat hieronder verzameld is mij heeft bemoedigd en getroost. Mensen hebben eventjes via WhatsApp een berichtje gestuurd of de tijd genomen om een email te schrijven… Hier en daar, door het lezen, komen onze wonden naar voren, dat wat ons doet lijden… daar kun je Jezus “zien”: “Kom hier met uw vinger en bezie mijn handen. Steek uw hand uit en leg die in mijn zijde en wees niet langer ongelovig maar gelovig”. Je ziet ook vreugde! De Heer overwint al onze angsten en al onze teleurstellingen omdat hij verrezen is. Ja, Hij is waarlijk verrezen! Bedankt aan al degenen die op deze manier hebben willen delen. Het is bijzonder waardevol, vooral in de huidige situatie, te kunnen weten wat er in het hart van onze parochie leeft. 

Kapelaan Marco

Dankbaarheid

“Door de coronacrisis lijkt het alsof de samenleving tot stilstand is gekomen hetgeen in alle opzichten, rust brengt. Het lijkt of een hogere macht heeft ingegrepen om de wereld te bevrijden van vanzelfsprekendheid, hebzucht en jachtigheid. Alles moest kunnen en alles moest doorgaan. Niets was gek genoeg. Persoonlijk ervaren we dankbaarheid naar God toe, dat de ernstige ziekte waarvan herstellende, zich vorig jaar bij ons aandiende en niet nu in deze coronatijd.”

Ton en Francine – Herten


Terug naar de kern

“Van deze Pasen heeft mij geraakt dat ondanks dat we zo ver uit elkaar zijn (1,5 meter) we toch zo met elkaar verbonden zijn door kleine goede daden. En de stilte in ons hart brengt mij dieper bij de kern, bij de kracht van het geloof.”

Fabienne – Herten


Kleine mooie gebaren

“Hoe heb je de afgelopen weken beleefd?
Een antwoord in 2,3 of 5 zinnetjes lijkt onmogelijk.
Ik zou een heel verhaal kunnen schrijven.
Eerst schrik, angst, wat gebeurd er en wat gaat dit met mij doen?
Ik ben verward en ondanks dat ik meestal alleen ben voel ik machteloosheid en een grotere eenzaamheid dan ooit.
Ik wil naar de ernstig zieke mens, hem verzorgen en bijstaan in zijn strijd.
Maar dit kan helaas niet. Wat kan ik dan doen ?
Ik volg de missen via internet en breng alle bij God.
Er zijn zo’n mooie mensen om me heen die er voor me zijn en ik hoop dat ik er voor hen ben.
Ik maak kleine bloementuintjes en breng ze naar mensen die alleen zijn, een corona patiënt, mensen die het nodig hebben en mensen die me blij maken en bijstaan.
Ik probeer te zien waar ik nodig ben en daar te helpen.
Dat moet toch God zijn die dat mogelijk maakt in mij.
Daar ben ik zo dankbaar voor.”

Een parochiaan – Kathedraal


Geestelijk verbonden

“Dat The Passion niet doorging was een domper. Het had een van de hoogtepunten van 800 Munsterkerk moeten worden. Door Vatican Media, de KRO, en de live-uitzendingen van de Munsterkerk heb ik eigenlijk niets hoeven te missen op liturgisch gebied. Geestelijk de communie gaan is een oefening voor de andere momenten van de dag. Letterlijk een oefening met communiceren. Dat helpt bijvoorbeeld als ik met mijn moeder in het zorgcentrum skype. Het niet op bezoek kunnen gaan bij moeder doet verdriet. Zij heeft zeven kinderen en zij mist ons allemaal. Door haar ziekte kan zij niet begrijpen wat er om haar heen aan de hand is. Ik heb bewondering voor de zorgverleners om haar heen. Met veel geduld helpen zij met skypen, terwijl zij het druk zat hebben. Ik maak ze een compliment en het voelt goed als moeder dan instemmend knikt: dat heb je goed gezegd jongen. Dan voel ik mij dankbaar en verbonden. Een soort van geestelijke communie.”

HK – Munsterkerk


Hij is waarlijk verrezen

“Enkele weken geleden werd ik geconfronteerd met een slecht nieuws bericht: mijn moeder heeft kanker met uitzaaiing. Veel onduidelijkheid, angst en onzekerheid.
Ik heb de Goede week heel anders beleefd… en ontdekt dat ik maar al te graag Pasen vier…en (of maar) het lijden niet graag wil voelen. Nu kon het niet anders, maar was het juist mooier.
De vreugde, innerlijk, om de verrijzenis van Jezus is nu zoveel groter. En het vertrouwen dat, als ik me vasthoud aan Hem, het verdriet en de pijn nooit het laatste woord hebben. Dat is wat ik deze dagen ervaar en echt iedereen toewens…
Ik sta niet alleen, maar ga in vertrouwen aan de hand van Jezus en Maria.”

Lilian – Herten


In gebed, nooit alleen

“Ik heb de paasdagen als fijn ervaren. Ik heb veel gebeden. Ik heb bij elk gebed mijn dank uitgesproken, dat Hij bij ons is een ons beschermd. Ook bid ik bijna elke dag voor de slachtoffers en zieken. En dat ik blij ben en dankbaar dat ik gezond  ben. Ook dank ik de engelen doe bij mij en ons zijn die ons beschermen. Dit voelde goed en ik voel de aanwezigheid. Soms is het zoeken naar woorden, maar het gaat steeds beter.”

Roy – Dopeling Herten


Wat wij vieren, dat geloven wij

“Een jaarlijks terugkerend “kippenvelmoment”: het slotlied bij de Paasviering. U zij de Glorie.

…..zegt telkenkere: “Christus overwint”….
…..niets heb ik te vrezen in leven en in dood….
Dit is een werkelijkheid die blijft en nooit verandert.
Dit is mijn geloof
Dit is mijn hoop
Dit probeer ik, met héél veel vallen en opstaan, in liefde te beleven.
Dit stemt tot dankbaarheid.
Alleluia!”

Josee – Munsterkerk


Thuis maar toch vrij

“Ook ik zit vanwege de maatregelen veel thuis. Geen bezoek, niet naar de Heilige mis op zondag, minder contact met vrienden en familie. Het zijn allemaal dingen waar ik over nadenk en het soms lastig mee heb. Op witte donderdag werd ik geraakt door de Passion op tv. De boodschap van hoop en liefde die vertaald was naar de huidige wereld waar we in leven, sprak me heel erg aan. Ik ben daardoor bewuster het paasweekend in gegaan en heb ook echt stilgestaan dat we altijd hoop mogen hebben en mogen beseffen dat God er voor ons is en ons zal steunen in moeilijke tijden.”

Thijs – Herten


Paascadeau uit de hemel

“Op Palmzondag ontvang ik van een, voor mij in de eerste instantie onbekende, een klein appje.
“Goedemiddag, groeten van xxxx”
Het telefoonnummer dat er bij stond was voor mij onbekend.
Ik googelde het nummer en kwam in een plek in het buitenland terecht. Ik weet dat mijn oudste broer daar woont en was meteen helemaal opgewonden, want wij hadden al 22 jaar geen contact meer met elkaar gehad!
Ik reageerde meteen dat ik het zo fijn vond van hem te horen! Hij schrijft aansluitend dat hij het betreurt dat de relaties in onze familie zolang zo slecht zijn geweest:
“Ik weet min of meer waarom dat zo is geweest, en ik had het misschien ook anders kunnen aanpakken. Helaas indertijd was het voor mij een keuze tussen mijn vrouw en mijn familie en dat is een makkelijke keuze om te maken. Gezien haar aangeboren onwrikbaarheid had ik niet de energie om zowel mijn werk te doen en deze problemen op te lossen. Ik hoop dat we nu geleidelijk weer alles naar normaal kunnen veranderen……”
De treurige omstandigheden waarin mijn broer nu verkeert is dat zijn vrouw intussen in een vergevorderd stadium dementie heeft en niet weet dat hij weer contact met zijn familie zoekt.
Dat is natuurlijk heel tragisch. Hij wil haar zo lang mogelijk zelf verzorgen. Mijn broer heeft voor Shell de hele wereld rondgereisd..
Je wilt niet weten hoe blij ik ben dat hij weer contact met me heeft opgenomen. Hoe treurig ook de omstandigheden zijn van zijn zieke vrouw.
Ik heb een hele dag gehuild van blijdschap mijn broer weer terug te hebben en van verdriet, dat hem dit overkomen is.
We hebben elkaar afgelopen week al lange brieven geëmailed en foto’s uitgewisseld.
Ik heb hier jarenlang in stilte voor gebeden en ik ben heel dankbaar nu!
Dit was míjn Pasen! Ik ben er nog helemaal vol van.”

Een parochiaan – Munsterkerk


De nest herontdekken

“Deze periode rond Pasen betekent voor mij van thuis uit werken, terwijl mijn vrouw en onze kinderen ook thuis werken.
Mijn dierbaren om me heen… maar dan ook 24/7 letterlijk om me heen.
Het leverde me een gevoel op van omgekeerde eenzaamheid.
Die uitdaging zou ik als oefening in verdraagzaamheid omschrijven.
Je brengt meer tijd met elkaar door dan je ooit voor mogelijk houdt.
Als je elkaar letterlijk en figuurlijk voldoende ruimte geeft, leer je ook de kleine dingen (opnieuw) waarderen.
Geen reistijd naar het werk, betekent ook meer tijd voor spelletjes met de kinderen, voorlezen, een keertje met ze meekijken naar een grappig filmpje.
Ik heb meer waardering voor mijn lieve huisgenoten gekregen.
En ook voor mijn collega’s op afstand. Plots is het niet raar om te informeren of alles wel is bij de ander.
Dat ervaar ik als warmte op afstand.
Ik hoop dat er iets van die betrokkenheid en waardering blijft hangen, als we weer ‘naar buiten’ mogen.”

Patrick – Herten


Elke strijd kan gebed worden

“Pasen was voor mij dit jaar vooral een zoeken naar volledige overgave in hoop en vertrouwen.
Daarom misschien ook extra emotioneel en kon ik aan televisie of beeldscherm tot tranen toe geroerd worden.
Ik geloof in de verlossing en de verrijzenis; kan daarom uit volle overtuiging Pasen vieren.
Maar het is in deze dagen zo verschrikkelijk moeilijk om mij vanuit dat zelfde vertrouwen over te geven, in de wetenschap dat wat God mij in deze situatie zal brengen, uiteindelijk goed zal zijn.
Waarom heb ik wel vertrouwen in het leven na de dood, maar maak ik mij zorgen voor onze toekomst tijdens en na Corona???
Geef mij Heer, de genade van de volledige overgave in vertrouwen op U!”

Frank – Munsterkerk


Gewoon “niks doen” is zo prima

“We doen niks, we kunnen niks, we zijn op elkaar aangewezen.
Het leven was altijd gejaagd en vol entertainment en nu kan dat niet meer. En dus hebben we goede gesprekken, maken we lange wandelingen, kijken we samen tv programma’s, doen we spelletjes, maken we puzzels, maken we samen huiswerk, eten we drie keer per dag samen,  houden we echt rekening met elkaar.
We kunnen niks maar we doen zoveel….. We zijn echt samen. Misschien wel voor het eerst in jaren.
We zaten allemaal op een eiland en nu groeien we naar elkaar toe en dat is heel bijzonder om te ervaren.”

Martine – Herten


Toch lekker samen vieren!

“Ik heb persoonlijk de Witte Donderdag en Goede Vrijdag meegevierd via mijn laptop.
Ik heb genoten van de liturgie, van de sfeer, van de stilte.
Twee gedachten kwamen bij mij op: ik moest denken aan de Tweede Wereldoorlog toen in kelders de H.Mis in stilte werd opgedragen, of aan de schuilkerken in de Middeleeuwen waar toen in het geheim vieringen plaatsvonden.
De Kruisweg op Goede Vrijdag vond ik indrukwekkend. De omgeving van het park, alleen de Bisschop en mooi gesproken teksten en zang. Ik ben voorstander om ieder jaar deze viering in het Kruiswegpark te houden.
Paaswake en de Paasmis erg goede verzorgd! Ik heb genoten van de prachtige sfeerbeelden van de Munsterkerk.
Alles bij elkaar indrukwekkende vieringen in een vreemde situatie.
Ik ben nog iets vergeten: Marco een groot compliment voor de Kruiswegviering in Herten (eigenlijk complimenten aan diaken Patrick!). Geweldig om via de techniek binnen te komen in de huiskamers van de gezinnen. Dit is SAMEN KERK zijn op zijn best.
Rob en Marco bedankt voor jullie geweldige inzet!
Met hartelijke groet en hopelijk gauw tot ziens.”

Harry – Kathedraal


Pasen is een geschenk

“Dit jaar met Pasen was heel bijzonder voor mij! Tijdens de 40 dagentijd had ik mij veel goede dingen voorgenomen, maar niks is mij gelukt! Ik voelde me zwak en niet waardig om Pasen te vieren! Maar dit is de ultieme liefde, Jezus is voor mij gekruisigd en verrezen uit de dood, ondanks mijn zwaktes! Dit paasmysterie te vieren op een manier die ik nooit eerder had gedaan was voor mij een grote vreugde! Voor het eerst heb ik proberen te vasten vanaf de Kruisweg op vrijdagmiddag tot en met de paaswake op zaterdagavond en dit was heel mooi, geen uur ging voorbij waarop ik niet aan Jezus lijden heb gedacht en de verrijzenis van Jezus in de Paaswake gaf mij veel vreugde en een mooie bemoediging om deze liefde van God iedere dag in mijn leven te vieren en geloven!”

Jorrit – Herten


Toch nu al kleine vruchten

“De Coronacrisis kent voor iedereen op de wereld een onzekere uitkomst, maar zolang we gezond zijn mogen wij ons gezegend voelen.
Graag wil ik deze tijd de positieve effecten van de crisis benoemen zoals samenwerking, verbinding en solidariteit. Dit zijn zaken die in onze normaal zo individuele samenleving vaak worden benoemd, maar nooit echt tot uitvoering komen. Gelukkig zie ik, in tijden als deze, dat deze zaken wel volop worden gepraktiseerd.
Ten alle tijden heb ik vertrouwen en hoop. Vertrouwen in onze goede God en het gebed, waar ik mijn zorgen en lichtpunten met hem mag delen. Daarnaast heb ik hoop voor wat betreft de mensheid. Ik bid iedere dag dat onze huidige ervaringen in de post Corona fase mogen leiden tot minder focus op het materiële leven en tot meer ruimte voor naastenliefde en religie.”

Harwin – Herten


Hoe gaat het met jou?

“Dat is misschien wel de meest gestelde vraag in deze tijd, wel digitaal natuurlijk. Gelukkig kunnen de meeste mensen dan nog zeggen: ik voel me nog goed gezond, maar… en dan vullen we allemaal zo onze eigen ongemakken in, die door de ander veelal bevestigt zullen worden, ja ik ook… .

Maar een goede journalist vraagt door, ja maar hoe gaat het nou echt met je. Ik heb die vraag ook aan mezelf gesteld. En dan ligt het antwoord niet voor op mijn tong. Eh.. ja, ik probeer me wel aan een vast dagritme te houden, en daar maakt bingewatchen bijvoorbeeld geen deel van uit. Dus ben ik over die vraag, hoe het echt gaat, eens wat meer gaan nadenken. En toen kwam bij mij een ziekteperiode van jaren geleden, die enkele weken duurde, weer in mij naar boven. Nog afgezien van de pijn die je dan kunt hebben merk je ook dat je niet meer echt bij de gezonde wereld hoort. De mensen vergeten je niet, maar je staat aan de zijlijn, je mist veel ‘wat er zo onder elkaar gezegd wordt’, en je proeft niet hoe de ander in zijn vel zit. En zo ervaar ik ook deze tijd. We hebben dus sociale contacten nodig om voluit ‘mens te zijn’. Én Ik ervaar ‘hulp van Boven’. Ik kan wat gemakkelijker tijd nemen voor gebed, misschien omdat nood leert bidden? Hoe dan ook, ik voel ook dat God ons iets te zeggen heeft in deze tijd…! ”

Diaken Harm – Munsterkerk


Een nieuwe ruimte

“Deze afgelopen weken waren intensief in de begeleiding van huiswerk van de kinderen maar tegelijk ook mooi om te zien waar ze precies mee bezig zijn. We leven dichterbij elkaar, doen meer spellen en klusjes in huis. Buiten is het vooral stil, alles is onthaast en dat geeft ruimte, zo ervaren wij het. We zijn dankbaar dat we ons via de digitale wereld verbonden kunnen voelen met de parochie. En we merken in ons eigen gezin en om ons heen dat er meer aandacht is voor gebed!”

Een parochiaan – Herten


“Waarom ben jij bang?!” Tekst van de Preek van Paus Franciscus

“WAAROM BEN JE BANG? HEB JE NOG GEEN VERTROUWEN?” –
“Urbi et Orbi” – Bijzonder moment van gebed ten tijde van de epidemie (2020) – Portaal van de Sint Pieter

Evangelielezing: Marcus 4, 35-41:

Op diezelfde dag tegen het vallen van de avond sprak Jezus tot hen: “Laten we oversteken.” Zij stuurden het volk weg en namen Hem mee zoals Hij daar in de boot zat; andere boten begeleidden Hem. Er stak een hevige storm op en de golven sloegen over de boot, zodat hij al vol liep. Intussen lag Hij aan de achtersteven op het kussen te slapen. Ze maakten Hem wakker en zeiden Hem: “Meester, raakt het U niet dat wij vergaan?” Hij stond op, richtte zich met een dwingend woord tot de wind en sprak tot het water: “Zwijg, stil!” De wind ging liggen en het werd volmaakt stil. Hij sprak tot hen: “Waarom zijn ge zo bang? Hoe is het mogelijk dat ge nog geen geloof bezit?” Zij werden door een grote vrees bevangen en vroegen elkaar: “Wie is Hij toch, dat zelfs wind en water Hem gehoorzamen?”

“Tegen het vallen van de avond” (Mc. 4, 35). Zo begint de passage uit het Evangelie dat we zojuist hebben gehoord. Het lijkt nu al wekenlang of de avond is gevallen. Het duister is neergedaald over onze pleinen, onze straten en onze steden; het heeft zich meester gemaakt van ons leven. Het vult alles met een oorverdovende stilte en een troosteloze leegte, die alles op haar weg verlamt. Je voelt het in de lucht, je ziet het aan de gebaren, je ziet het aan hoe mensen kijken. We zijn bang en verward. Zoals de discipelen in het evangelie zijn wij ineens gegrepen door een onverwacht opgekomen razende storm. We merken dat we allemaal in hetzelfde schuitje zitten. We zijn kwetsbaar en we zijn de weg kwijt, en toch zijn we allemaal heel belangrijk en nodig. We moeten allemaal samen roeien en elkaar troost bieden. In die boot zitten wij met z’n allen. Net zoals die discipelen, die met één stem spreken en angstig zeggen: “We vergaan” (Mc. 4, 38). Zo merken ook wij dat we niet ieder voor zich verder kunnen, maar alleen gezamenlijk.

Het is gemakkelijk om ons in dit verhaal te herkennen. Wat moeilijk is, is de houding van Jezus te begrijpen. Terwijl de leerlingen van nature verontrust en wanhopig zijn, blijft Hij gewoon op de achtersteven, in het deel van de boot dat als eerste onder zal gaan. En wat doet Hij? Ondanks de commotie slaapt Hij vredig, vertrouwend op de Vader – het is de enige keer in het Evangelie dat we Jezus zien slapen. Wanneer Hij wordt gewekt, brengt Hij de wind en het water tot bedaren, en dan wendt Hij zich tot de leerlingen op een verwijtende toon: “Waarom zijn jullie bang? Heb je nog geen geloof?” (Mc. 4, 40).

Laten we proberen het te begrijpen. Wat is het gebrek aan geloof van de leerlingen, dat tegengesteld is aan het vertrouwen van Jezus? Ze hadden niet opgehouden in Hem te geloven, in feite roepen ze Hem aan. Maar laten we eens kijken hoe ze Hem aanroepen: “Meester, kan het u niet schelen dat we verloren gaan?” (Mc. 4, 38). Kan het u niet schelen: ze denken dat Jezus niet geïnteresseerd is in hen, dat Hij zich niet om hen bekommert. Onder ons, in onze families, is een van de dingen die het meest pijn doen als we onszelf horen zeggen: “Geef je niet om mij?” Het is een zin die pijn doet en stormen in ons hart ontketent. Het moet Jezus ook wakker geschud hebben. Omdat niemand meer om ons geeft dan Hij. In feite redt Hij, als Hij eenmaal is aangeroepen, zijn twijfelende leerlingen.

De storm ontmaskert onze kwetsbaarheid en laat die valse en onnodige zekerheden achter waarmee we onze agenda’s, onze plannen, onze gewoontes en prioriteiten hebben opgebouwd. Het laat ons zien hoe we in slaap zijn gevallen en hebben achtergelaten wat ons leven en onze gemeenschap voedt, onderhoudt en kracht geeft. De storm brengt alle intenties aan het licht van het “inpakken” en het vergeten van wat de zielen van onze volkeren heeft gevoed; al die pogingen om te verdoven met schijnbaar “reddende” gewoontes, niet in staat om een beroep te doen op onze wortels en de herinnering aan onze voorouders op te roepen, waardoor we de immuniteit die nodig is om tegenspoed het hoofd te bieden, niet meer onder ogen kunnen zien.

Met de storm is de truc vervallen van die stereotypen waarmee we onze “ego’s”, die zich altijd zorgen maken over ons eigen imago, gecamoufleerd hebben, en opnieuw is ontdekt dat we niet los kunnen van het (gezegende) gemeenschappelijk bezit: het bestaan als broeders en zusters.

Heer, uw Woord vanavond slaat op ons en gaat ons allemaal aan. In deze wereld van ons, waar U meer van houdt dan wij, zijn we op volle snelheid doorgeschoten, voelen we ons sterk en tot alles in staat. Geleidelijk aan hebben we ons laten meeslepen door de dingen en ons laten verdoven door de haast. We zijn niet gestopt bij uw oproepen, we zijn niet ontwaakt door oorlogen en mondiale onrechtvaardigheden, we hebben niet geluisterd naar de kreet van de armen, en van onze ernstig zieke planeet. We gingen onverschrokken verder, met de gedachte dat we wel altijd gezond zouden blijven in een zieke wereld. Nu, terwijl we op zee in beroering zijn, smeken we U, “Word wakker, Heer!”

“Waarom ben je bang? Heb je nog geen geloof?” Heer, Gij doet een beroep op ons, een beroep op ons geloof. Dat het niet zozeer gaat om te geloven dat U bestaat, maar om naar U toe te komen en U te vertrouwen. In deze Vastentijd klinkt uw dringende oproep: “Bekeer je,” “keer met heel je hart naar Mij terug” (Joel 2, 12). U roept ons op om deze tijd van de beproeving aan te grijpen als een tijd van keuze. Het is niet de tijd van uw oordeel, maar van ons oordeel: de tijd om te kiezen voor wat belangrijk is en wat voorbij gaat, om te onderscheiden wat nodig is en wat niet. Het is de tijd om de koers van het leven naar U, Heer, en naar de anderen te resetten. En we kunnen kijken naar zoveel voorbeeldige metgezellen die, in angst, hebben gereageerd door hun leven te geven. Het is de werkkracht van de Geest die wordt uitgestort en gegoten in moedige en edelmoedige toewijding. Het is het leven van de Geest dat in staat is om te verlossen, te waarderen en te laten zien hoe ons leven geweven en in stand gehouden wordt door gewone mensen – meestal vergeten – die niet verschijnen in de krantenkoppen en tijdschriften of op de grote catwalks van de laatste show, maar vandaag de dag zonder twijfel de beslissende gebeurtenissen van onze geschiedenis schrijven: artsen, verpleegkundigen en verplegers, supermarktmedewerkers, schoonmakers, verzorgers, vervoerders, wetshandhavers, vrijwilligers, priesters, religieuzen en vele, vele anderen die hebben begrepen dat niemand zich kan redden. Tegenover het lijden, waaraan de ware ontwikkeling van onze volkeren wordt afgemeten, ontdekken en ervaren we het hogepriesterlijk gebed van Jezus: “opdat allen één zijn” (Joh. 17, 21). Hoeveel mensen oefenen geduld uit en geven elke dag hoop, waarbij ze ervoor zorgen dat ze niet in paniek raken maar medeverantwoordelijk zijn. Hoeveel vaders, moeders, grootouders en grootmoeders, leerkrachten laten onze kinderen met kleine en dagelijkse gebaren zien hoe ze een crisis onder ogen moeten zien en hoe ze die moeten doorstaan door hun gewoontes aan te passen, hun ogen te verheffen en het gebed te stimuleren. Hoeveel mensen bidden, offeren en bemiddelen voor het welzijn van iedereen. Gebed en stille dienst: dat zijn onze wapens om te overwinnen.

“Waarom ben je bang? Heb je nog geen vertrouwen?” Het begin van het geloof is dat we weten dat we redding nodig hebben. We zijn niet zelfvoorzienend, eenlingen; op onszelf zullen we zinken: we hebben de Heer nodig zoals de oude zeelieden de sterren. We nodigen Jezus uit in de boten van ons leven. Laten we Hem onze angsten geven, zodat hij ze kan overwinnen. Net als de leerlingen zullen we ervaren dat we met Hem aan boord geen schipbreuk zullen lijden. Want dit is Gods kracht: alles wat ons overkomt, zelfs slechte dingen, ten goede te keren. Hij brengt gemoedsrust in onze stormen, want bij God sterft het leven nooit.

De Heer daagt ons uit en nodigt ons uit om, te midden van onze storm, solidariteit en hoop te wekken en te activeren die in staat zijn om stevigheid, steun en betekenis te geven aan deze uren waarin alles schipbreuk lijkt te hebben geleden. De Heer ontwaakt om ons Paasgeloof te wekken en te doen herleven. We hebben een anker: in Zijn kruis zijn we gered. We hebben een roerganger: in Zijn kruis zijn we verlost. We hebben hoop: in Zijn kruis zijn we genezen en omarmd, zodat niets en niemand ons kan scheiden van Zijn verlossende liefde. Te midden van het isolement waarin we lijden onder het gebrek aan genegenheid en ontmoetingen, waarbij we het gebrek aan veel dingen ervaren, luisteren we opnieuw naar de aankondiging die ons redt: Hij is opgestaan en leeft naast ons. De Heer roept ons vanaf Zijn kruis op om het leven dat ons te wachten staat te herontdekken, om te kijken naar hen die ons claimen, om de genade die ons bewoont te versterken, te erkennen en te bemoedigen. Laten we de kwijnende vlam niet doven, die nooit ziek wordt, en laten we de hoop weer aanwakkeren.

Zijn kruis omarmen betekent de moed vinden om alle tegenslagen van de huidige tijd te omarmen en even afstand te doen van ons verlangen naar almacht en bezittingen om ruimte te geven aan de creativiteit die alleen de Geest kan wekken. Het betekent de moed vinden om ruimtes te openen waar iedereen zich geroepen voelt en nieuwe vormen van gastvrijheid, broederschap en solidariteit toe te laten. In Zijn kruis zijn we gered om de hoop te verwelkomen en het te laten zijn om alle mogelijke maatregelen en manieren die ons kunnen helpen om onszelf te behouden en te bewaken, te versterken en te ondersteunen. De Heer omarmen om de hoop te omarmen: dat is de kracht van het geloof, die ons bevrijdt van angst en ons hoop geeft.

“Waarom ben je bang? Heb je nog geen vertrouwen?” Beste broeders en zusters, vanuit deze plaats, die het rotsachtige geloof van Petrus verhaalt, wil ik jullie vanavond allemaal aan de Heer toevertrouwen, op voorspraak van Onze Lieve Vrouw, heil van Gods volk, ster van de stormachtige zee. Vanaf deze colonnade die Rome en de wereld omarmt, daalt Gods zegen op u neer als een troostende omhelzing. Heer, zegen de wereld, geef gezondheid aan het lichaam en troost aan het hart. U vraagt ons niet bang te zijn. Maar ons geloof is zwak en we zijn bang. Maar U, Heer, laat ons niet aan de greep van de storm over. En nogmaals: “Wees niet bang” (Mt 28, 5). En wij, samen met Petrus, “werpen al onze zorgen op U, want Gij hebt zorg voor ons”.