Een uitnodiging om mee te bidden met Azarja…

De eerste lezing van vandaag is een gebed uit het boek van de profeet Daniël (Dan. 3,25.34-43, staat alleen in de Katholieke uitgave van de H. Schrift). Het kan ons helpen met ons gebed in deze tijd van moeilijkheden.
Azarja is één van de drie jongemannen die door koning Nebukadnessar van Babel gevangen zijn genomen. Zij worden veroordeeld tot de doodstraf omdat zij de koning niet als god aanbidden. God red de drie jongemannen uit de brandende vuuroven. Daarop bekeert Nebukadnessar zich tot God.

Uit het boek van de profeet Daniël
In die dagen verrichtte Azarja staande dit gebed:

[Hier gaat Azarja contact maken met God. Doe dat zelf ook.]
‘Terwille van uw naam : verstoot ons toch niet voor goed en verbreek niet uw verbond, trek uw barmhartigheid niet van ons terug terwille van Abraham, uw vriend, terwille van Isaak, uw dienaar, en van Israël, uw heilige.

[Azarja herinnert God aan zijn belofte. Breng je voor de geest wat God ons beloofd heeft bij ons doopsel]
Aan hen hebt Gij beloofd hun nakomelingen even talrijk te maken als de sterren aan de hemel en de zandkorrels aan het strand der zee.

[Azraja betuigt spijt over zijn zonden. Overweeg je zonden en zeg sorry tegen God]
Maar nu zijn wij, Heer, het kleinste volk geworden van alle volkeren op aarde en nergens ter wereld hebben wij nog iets te betekenen vanwege onze zonden.

[Azarja zegt tegen God wat hem bezwaart. Vertel God wat jou nu bezwaart, wat moeilijk is op dit moment]
Wij hebben nu geen koning meer, geen profeet, geen leider, geen brand- en slachtoffers, geen spijsoffers en reukwerk, zelfs geen heilige plaats waar wij U kunnen offeren om zo uw barmhartigheid te kunnen ervaren.

[Azarja vraagt God hem te verhoren. Hij herinnert God aan zijn belofte van liefde en hulp en belooft trouw aan God, die redt. Doe dat ook!]
Maar laat ons bij U gehoor vinden vanwege ons vermorzeld hart en onze ootmoedige geest. Moge vandaag ons offer bestaan in volmaakte aanhankelijkheid aan U en moge het U evenzeer behagen als kwamen we met brandoffers van rammen en stieren en met tienduizenden vette lammeren, want geen smaad treft hen die op U vertrouwen. Thans volgen wij U van ganser harte ; wij eerbiedigen U en zoeken U.
Laat ons toch niet te schande worden, maar handel met ons naar uw goedheid
en naar uw grote barmhartigheid. Red ons op uw wonderbare wijze en verheerlijk, Heer, uw naam’.

Reageren? Hulp nodig? Stuur een mail naar RnMerkx@hetnet.nl