Berichten

Paus Franciscus verleent Mgr. Harrie Smeets ontslag als bisschop van Roermond

Bisschop Harrie Smeets van Roermond heeft zijn ontslag aangeboden aan paus Franciscus. Deze heeft dat vandaag geaccepteerd. Mgr. Smeets is te ziek om het ambt van diocesaan bisschop nog te kunnen vervullen. Onlangs maakte hij al bekend dat de zetel van Roermond ‘verhinderd’ is en dat hij een interim-bestuurder had aangewezen. In overleg met de pauselijke nuntius in Nederland, Mgr. Paul Tschang In-Nam, heeft de bisschop besloten zijn ontslag aan te bieden.

Dit betekent dat de bisschopszetel van Roermond met ingang van vandaag (10 augustus 2023) vacant is. Het bestuur van het bisdom is overgegaan op de hulpbisschop, totdat het kathedraal kapittel – het belangrijkste adviesorgaan van een residerende bisschop – op korte termijn een diocesaan administrator kiest. Deze zal het bisdom besturen totdat er door de paus een nieuwe bisschop wordt benoemd.

Mgr. Smeets draagt nu de titel oud-bisschop van Roermond. Hij werd op 10 oktober 2018 tot bisschop benoemd en op 8 december van dat jaar in de kathedraal in Roermond gewijd. In de zomer van 2021 werd bij Mgr. Smeets een hersentumor ontdekt. Begin van dit jaar werd duidelijk dat verdere behandeling niet meer mogelijk is. De leden van het kapittel en de medewerkers van het bisdom leven zeer met Mgr. Smeets mee. Ze zijn dankbaar voor wat hij voor het bisdom Roermond heeft gedaan en betekend.

Procedure opvolging
Nu de zetel van Roermond vacant is, wordt de procedure tot het kiezen van een opvolger in gang gezet. De kapittelleden (kanunniken) zullen zich de komende tijd buigen over het opstellen van een zogeheten ‘terna’: een lijst met drie namen van mogelijke bisschopskandidaten. Deze lijst wordt met de bisschoppenconferentie en de nuntius gedeeld, die eventueel ook andere kandidaten eraan kunnen toevoegen. Na een informatieve fase is het aan de paus om een nieuwe diocesane bisschop van Roermond te kiezen en te benoemen.

De ‘vacatio sedis’ (vacante zetel) heeft bepaalde gevolgen. De vicarissen verliezen hun ambt, maar zij kunnen door de diocesaan administrator gedelegeerd worden voor bepaalde taken. De diocesaan administrator en de gedelegeerden mogen geen besluiten nemen die het gewone beheer en bestuur overstijgen of die het bisdom of de toekomstige bisschop nadeel kunnen berokkenen. Dat geldt ook voor het kapittel, de econoom, de Raad voor Economische Aangelegenheden en de bisdommedewerkers. De Priesterraad en de Diocesane Pastorale Raad houden op te bestaan.

Bisschopszetel van Roermond ‘verhinderd’

Broeders en zusters in Christus,

Het is nu ruim twee jaar geleden dat ik ziek werd. Sindsdien lukt het mij niet meer om zelf de Heilige Mis op te dragen. Ik bezoek daarom zoveel als mogelijk is de dagelijkse eucharistieviering in de Munsterkerk, vlak bij het bisschopshuis in Roermond.

Het is daar de gewoonte om voorafgaand aan elke Mis een moment van aanbidding te houden. Samen met de aanwezige parochianen zitten we dan minutenlang in stilte voor het Allerheiligste. Ik kan u verzekeren dat is een uitstekend begin van de dag. De rust en devotie die van dat moment uitgaan, bieden mij de gelegenheid om al mijn vragen en zorgen bij Onze-Lieve-Heer neer te leggen.

Niet eerder heb ik zelf zo sterk ervaren wat in het evangelie van deze zondag gezegd wordt: “Komt allen tot mij die uitgeput zijt en onder lasten gebukt, en Ik zal u rust en verlichting schenken.” U en ik kennen in ons leven allemaal onze moeilijke momenten, maar als we ze delen met Onze-Lieve-Heer geeft hij ons kracht naar kruis. Maar er komt ook een moment dat wij als mensen voelen dat onze krachten niet meer toereikend zijn.

Toen ik in 2018 benoemd werd tot bisschop van Roermond, was dit beslist niet de benoeming waar ik naar uit had gezien. Ik moet u ook eerlijk bekennen dat het me in het begin moeite gekost heeft om mij in deze rol te schikken. Maar bij mijn priesterwijding heb ik ‘ja’ gezegd op mijn roeping en ik vond dat ik niet mocht weglopen voor de verantwoordelijkheden die daarna op mijn pad kwamen.
Daarom heb ik het bisschopsambt aanvaard.

Net toen ik mijn draai een beetje gevonden had, werd ik ziek. Wat aanvankelijk een herseninfarct leek, bleek een kwaadaardige tumor te zijn. U heeft allen meegekregen hoe een en ander zich ontwikkeld heeft. Ik ben daar altijd bewust heel open in geweest. Diverse behandelingen en medicijnen hebben mij een tijdlang letterlijk en figuurlijk op de been gehouden. Maar begin dit jaar hebben de artsen laten weten niets meer voor mij te kunnen betekenen. Alle behandelingen zijn toen stopgezet. Sindsdien zijn mijn krachten achteruitgegaan.

Met name de laatste weken voel ik dat ik niet meer kan wat ik graag zou willen en dat ik niet meer in staat ben het bisdom te besturen. Ik heb daarom besloten om gebruik te maken van een mogelijkheid die het kerkelijk recht daartoe biedt: namelijk om de zetel van Roermond ‘verhinderd’ te verklaren. Dit kan “wanneer de bisschop niet meer in staat is om zijn pastorale taak in het bisdom te vervullen”, zoals dat formeel heet. Helaas moet ik constateren dat dit op dit moment het geval is.

Dit besluit betekent niet dat ik aftreed, maar dat ik wel een flinke stap terugzet. Ik zal tot het einde van mijn leven uw bisschop blijven, maar als gevolg van mijn ziekte ben ik verhinderd om die taak uit te voeren. Op mijn verzoek en in mijn naam heeft vicaris-generaal Mgr. René Maessen met ingang van donderdag 6 juli 2023, conform de regels van het kerkelijk recht, het volledige bestuur van het bisdom overgenomen, tot aan het moment waarop de zetel daadwerkelijk vacant raakt.

Het is mij niet makkelijk gevallen om dit besluit te nemen. Het ligt niet in mijn aard om een opdracht niet af te maken. Maar sinds het bekend worden van mijn ziekte heeft het mij veel moeite gekost om mijn werk te doen. Ik heb geprobeerd zoveel mogelijk onder de mensen te blijven komen en contacten te onderhouden.

Een tijd lang ging dat ook redelijk goed. Ik ben dankbaar dat ik in die periode bijna elke zondag als gewone kerkganger een andere parochie heb mogen bezoeken en in alle dekenaten ben geweest. Maar ik moet nu constateren dat mijn krachten uitgeput zijn. Het is op!

Graag wil ik u allen heel hartelijk danken voor het vertrouwen dat u mij als bisschop hebt geschonken en voor het gebed en de vele blijken van medeleven die ik tijdens mijn ziekte mocht ontvangen. Dank ook voor het geduld dat u met mij hebt gehad.

Ik weet niet hoeveel tijd Onze-Lieve-Heer mij in dit leven nog geeft, maar – ondanks mijn eigen aarzeling in het begin – is het een voorrecht om uw bisschop te mogen zijn.

Blijf geloven in de boodschap van het evangelie. Blijf hopen op het goede. En blijf elkaar ‘in Gods naam’ liefhebben, want Zijn juk is zacht en Zijn last is licht. Het ga u allen goed.

In Christus verbonden

Roermond, 6 juli 2023

+ Harrie Smeets,
bisschop van Roermond

Roodboek van Charles Dickens met als titel: A Tale of Two Cities

Vastenbrief mgr. Smeets

Broeders en zusters in Christus,

Halverwege de 19e eeuw schreef de Engelse auteur Charles Dickens het verhaal van twee steden. Dat verhaal begint met de prachtige zin: ‘It was the best of times. It was the worst of times’. Het was de beste en het was de slechtste van alle tijden. Nu is de situatie niet veel anders.

In het evangelie van de eerste zondag van de Veertigdagentijd horen we hoe Jezus door de Geest naar de woestijn wordt gebracht. Dat is de plek waar leven en dood met elkaar strijden. Wie in Israël komt, kan de kale steenachtige woestijn ervaren, waarin zon en wind hun kracht laten gelden. Het is de plek waar het leven zijn vanzelfsprekende aangenaamheid verliest, zich verbergt. Daar wordt ‘The best of times’ tot ‘the worst of times’.

Jezus gaat die woestijn in en maakt daar een moeilijke tijd door. Bij het laatste avondmaal zal hij zijn leerlingen laten weten hoe hij ernaar verlangd heeft
om het Paasmaal met hen te gebruiken. Maar hier in de woestijn krijgt hij na veertig dagen honger. Op het moment waarop hij zich zwak voelt, treft hij zijn tegenspeler. De duivel komt hem verzoeken. De evangelist Mattheüs, van wie wij in dit evangelie het verleidingenverhaal horen, beschrijft de drie verzoekingen, de drie bekoringen, die Jezus te verduren krijgt.

De duivel daagt hem uit om een steen in brood te veranderen. Ook brengt hij hem boven op de tempelpoort en zegt dat Jezus gerust van de poort kan springen.

God zal immers zijn engelen wel sturen om Jezus te beschermen, zodat hij zijn voet niet zal stoten aan een steen. Als hij gekruisigd wordt, horen we de Schriftgeleerden echter roepen: ‘Anderen heeft Hij gered, maar zichzelf redden kan Hij niet.’

Tot slot brengt de duivel Jezus op de plek, vanwaar hij hem het koningschap over alle koninkrijken van de wereld aanbiedt. Over dat koningschap zal Jezus later tegen Pilatus zeggen: “Ja, koning ben ik, maar niet van deze wereld.” Het lijkt erop dat de woestijn de beste der tijden tot de slechtste der tijden maakt. Honger, overmoed of letterlijk hoogmoed: vanaf een hoge berg neerkijkend op de wereld en haar mensen.

De verleidingen die Jezus ondergaat, zijn van een andere orde dan de eenvoudige verleidingen die wij meestal voorgeschoteld krijgen in deze vastentijd.
Deze verleidingen in de woestijn zijn voor Jezus een oefening voor het leven dat vóór hem ligt. Sterker nog, het is een oefening voor het sterven dat vóór hem ligt en waarvan gaandeweg de onontkoombaarheid zal blijken.

Waar het in het verhaal van de bekoringen om gaat, is het mysterie dat ook Jezus menselijke verleidingen heeft ondervonden. Hij werd verleid om zijn eigen God
te zijn, om de Schriften naar zijn hand te zetten en zijn eigen spoor te trekken.

Anders gezegd: Jezus kreeg de verleiding voorgelegd om de band met de Vader los te laten en zijn macht uitsluitend te gebruiken voor zijn eigen verlangens en behoeften. Het lijkt op onze tijd. Ook wij worden steeds uitgedaagd om voor de gemakkelijkste, de beste, tijd te kiezen. Maar als wij daarbij God vergeten en van hem losraken, kiezen we misschien wel net voor de slechtste tijd.

Jezus bezweek niet voor de verleidingen, maar koos de weg die de Vader voor hem had uitgezet. Ondanks al het lijden dat hem te wachten stond, was dat de beste keuze die hij kon maken. De komende weken gaan we op weg naar Pasen.
Ook al moeten wij door een woestijn heen: ‘It is the best of times’.

Roermond, februari 2023
+ Harrie Smeets,
bisschop van Roermond

Voor wie brand jij een kaarsje in de kathedraal?

De kathedraal is één van de dertien kerken, verspreid door heel Limburg, die mee doet aan de actie ‘Voor wie brand jij een lichtje?’ ten bate van kankeronderzoek. Het idee is dat op de kortste dag van het jaar duizenden kaarsjes branden, voor een speciaal iemand. Wie wil kan zich online aanmelden en een donatie overmaken. Op 21 december worden alle bestelde kaarsjes dan aangestoken. Deelnemers kunnen zelf kiezen in welke van de dertien kerken hun kaarsje brandt.

De opbrengst van de gedoneerde lichtjes komt ten goede aan baanbrekend en wetenschappelijk kankeronderzoek in het Maastricht UMC+ en partnerziekenhuizen in Limburg. Deze campagne is een initiatief van Kankeronderzoekfonds Limburg en wordt georganiseerd in samenwerking met dertien kerken in het Bisdom Roermond die hun kapellen hiervoor openstellen.

De deelnemende kapellen zijn:

  • Sint-Petruskerk, Gulpen
  • Sint-Pancratiuskerk, Heerlen
  • Vredeskapel, Kerkrade
  • Onze-Lieve-Vrouwebasiliek, Maastricht
  • Pater Karelkapel, Munstergeleen
  • Sint-Christoffelkathedraal, Roermond
  • Sint-Dionysiuskerk, Schinnen
  • Sint-Jozefkapel, Smakt
  • Onze-Lieve-Vrouw Onbevlekt Ontvangenkerk, Susteren (Mariaveld)
  • Kapel van de Onze-Lieve-Vrouwe onder de Linden, Thorn
  • Mariakapel/Lourdesgrot, Tienray
  • Kapel van Genooy, Venlo
  • Moeselkapel, Weert0

Meedoen
Meedoen met de actie kan via de speciale website

Betaling
Via de site www.brandeenlichtje.nl is een donatielink te vinden. U kunt de betaling ook handmatig overmaken voor uiterlijk 20 december naar bankrekeningnummer NL06INGB0005043912 t.n.v. Health Foundation Limburg inzake Kankeronderzoekfonds Limburg o.v.v. Brand een lichtje.

Mail het formulier vóór 20 december naar: info@kankeronderzoekfondslimburg.nl
of stuur het vóór 15 december per post naar:

Kankeronderzoekfonds Limburg
Antwoordnummer 1006
6200 VB Maastricht

Adventsboodschap 2022

Broeders en zusters in Christus,

Uit onderzoek is gebleken dat een mens ruim 600 dagen van zijn leven bezig is met wachten. In de rij bij de bakker en de slager, voor het rode verkeerslicht, in de wachtkamer van de dokter, wachten tot de telefoon wordt opgenomen, wachten op de bus, op de trein, op mensen die altijd te laat zijn.
We wachten bijna 15 duizend uur.

Wachten kan een eeuwigheid duren. Soms verlangen we zo naar iets of iemand dat elke seconde ons te lang duurt. Dat is het hoopvolle wachten op iets moois dat te gebeuren staat. Zoals een kind niet kan wachten tot het eindelijk pakjesavond is.

Maar er bestaat ook zoiets als uitzichtloos wachten. Zoals asielzoekers ervaren, die op de stoep van een aanmeldcentrum staan en geen idee hebben wanneer hun verzoek in behandeling wordt genomen. Of de vele slachtoffers van de toeslagenaffaire, die nog altijd wachten op compensatie voor geleden schade. Dan is wachten moeilijk.

Het tegenovergestelde van wachten, is altijd maar doorgaan. Nooit eens even afremmen, maar steeds doordenderen. De samenleving staat nooit stil, maar draait vierentwintig uur per dag door. Je hoort mensen tegenwoordig ook wel eens klagen dat ze “altijd aanstaan”. Ze bedoelen dan dat ze nooit een moment rust hebben, nooit eens de kans krijgen om tot bezinning te komen.

Wat goed dat er dan nog spoorwegbomen en verkeerslichten zijn, die ons af en toe dwingen om even stil te staan. En was het, naast alle leed die corona berokkend heeft, ook niet weldadig dat het leven tijdens de pandemie noodgedwongen wat langzamer ging? Dat we gedwongen werden om het wat rustiger aan te doen en wat meer stil te staan bij de dingen in het leven die echt belangrijk zijn?

In de Kerk kennen we ook een periode waarin wachten belangrijk is: de Advent.
We verwachten de komst van Christus. We weten dat we zijn geboorte met Kerstmis gaan vieren, maar toch is het niet meteen Kerstmis. Het is eerst vier weken Advent. Een tijd van geduldig wachten, verwachten en ons voorbereiden op wat komen gaat. Een tijd om tot bezinning en inkeer te komen.
Een tijd ook om alert te zijn. Waakzaam, zoals het evangelie van de eerste zondag van de Advent zegt. Jezus maakt daarin een opmerkelijke vergelijking. Hij verwijst naar de tijd van Noach, toen de mensen in de dagen vóór de zondvloed niet in de gaten hadden wat hen te wachten stond en doorgingen met eten en drinken, met huwen en ten huwelijk geven.

Een onheilspellende boodschap, waarvoor ook heel makkelijk voorbeelden uit onze tijd te bedenken zijn: zelfs toen ons land al getroffen werd door de coronapandemie hadden we nog niet in de gaten hoe groot het probleem eigenlijk was. Al jaren wordt er gewaarschuwd voor klimaatverandering en toch is het heel moeilijk om ons gedrag te veranderen. En wie had vorig jaar rond deze tijd kunnen denken dat er nu zo dichtbij huis een oorlog zou woeden? Letten we wel op? Zijn we wel waakzaam?

De Advent is een tijd om gas terug te nemen. Om niet vierentwintig uur per dag áán te staan, maar om onszelf ook eens even uit te zetten; de knop om te draaien en tijd te nemen om na te denken over wat echt belangrijk is, dingen die de moeite waard zijn om op te wachten. Dát zijn de lichtpuntjes in ons leven, waarvan het eerste kaarsje op de adventskrans een symbool is.
Als we daar eens even de tijd voor nemen, dan mogen we ontdekken dat Advent niet iets is van vier weken per jaar. Ook niet van 600 dagen of 15 duizend uur. Maar Advent – wachten op de ontmoeting met Christus – duurt een mensenleven lang.

Waar het nu om gaat, is dat wij die tijd goed besteden. Niet door voortdurend achter onszelf aan te rennen. Ook niet door ons op te sluiten in onze binnenkamer en te doen alsof de rest van de wereld niet bestaat. Nee, Advent vraagt van ons een vorm van actief wachten. Dat wil zeggen: ons voorbereiden op de komst van Christus, want we weten niet wanneer we Hem mogen ontmoeten.

Vast en zeker aan het einde van ons leven, wanneer dat ook zal zijn. Maar Advent en Kerstmis leren ons nog iets anders: God is mens geworden. Sinds dat eerste Kerstfeest in Bethlehem is Hij onder ons aanwezig. We kunnen Hem elke dag tegenkomen. Op straat, in de bus, in de wachtkamer van de dokter.
In elke medemens die we ontmoeten, kunnen we ook God ontmoeten. Hij komt naar ons toe op een moment waarop wij Hem niet verwachten. Dan mogen we niet aan Hem voorbij hollen. Daarom kunnen we ons maar voorbereiden en goed zijn voor elke mens die we tegenkomen of die aan onze deur klopt.
Het kan Onze-Lieve-Heer zelf zijn.

Advent betekent letterlijk ‘komst’. We wachten op God die naar ons toekomt en steeds opnieuw komt. Advent is daarom ook: blijven uitzien naar de Komende, naar God die mens wordt en onder ons aanwezig wil zijn.

Wie al die uren en dagen wachten en verwachten invult vanuit de hoop God te ontmoeten leeft niet uitzichtloos, maar wandelt in het licht van de Heer, zoals de profeet Jesaia het noemt. Dat is het licht dat in de Advent steeds feller gaat schijnen, tot God uiteindelijk stralend naar ons toekomt. Hij is de moeite van het wachten waard. Ik wens u een verwachtingsvolle Advent en een Zalig Kerstfeest.

Roermond, november 2022
+ Harrie Smeets, bisschop van Roermond

Vespers verjaardag wijding Sint-Christoffelkathedraal

Vespers verjaardag wijding Sint-Christoffelkathedraal

Op zondag 4 september jongstleden heeft het kathedrale kapittel de vespers gezongen in aanwezigheid van de bisschop ter gelegenheid van de 612e verjaardag van de kerkwijding van de Sint-Christoffelkathedraal.
Lees meer

Boodschap voor Aswoensdag 2022

Broeders en zusters in Christus,

We hebben ze net achter de rug: de Olympische Winterspelen, waarbij de winnaars op de bovenste tree met het goud in hun handen zich de besten mogen noemen. Winnaar, triomfator, beter en sterker willen zijn, is een menselijke trek van alle tijden.

Het verhaal gaat dat wanneer in de oudheid de winnaar van een veldslag een triomftocht door Rome hield en met groot gejuich werd binnengehaald, op de zegenwagen een slaaf achter de veldheer stond en hem regelmatig in het oor fluisterde: “Bedenk dat je maar een mens bent!,” om te voorkomen dat de triomfator zich verheven zou voelen.

‘Gedenk mens, van stof ben je gemaakt en tot stof zul je terugkeren.’ Er komt een dag, voor iedere overwinnaar, voor ieder die op de bovenste trede van het erepodium of van het leven heeft gestaan, dat hij of zij verzwakt raakt en aan het einde van het bestaan is gekomen. Deze vergelijkbare woorden, die de slaaf in het oor van de triomfator fluisterde, horen we op Aswoensdag opnieuw. Ieder van ons persoonlijk: ‘Gedenk mens van stof ben je gemaakt en tot stof zul terugkeren.’ Memento mori: Gedenk dat je sterfelijk bent.

Op Aswoensdag worden we er dus aan herinnerd dat we maar een beperkte tijd op aarde hebben. Enerzijds kan dat besef ons triest en moedeloos maken. Anderzijds kan het ons ook aanmoedigen om de kostbare tijd die we hebben, zo goed mogelijk in te vullen. Zowel in relatie tot onszelf als tot de ander en tot God.

Onze kwetsbaarheid is groter dan onze kracht. We hebben dat de laatste jaren ervaren. Wie had twee jaar geleden met carnaval kunnen vermoeden dat wij mensen twee weken later door een piepklein virusje in onze zo goed georganiseerde maatschappij onze eigen kwetsbaarheid zouden ontdekken als zelden tevoren? ‘Gedenk mens van stof ben je gemaakt en tot stof zul je terugkeren.’

Misschien dat de gebeurtenissen in deze laatste twee jaren mensen angstig stemmen. Dat zij ons ‘als de dood’ voor de dood maken. Wees voorzichtig, want het leven kan zo gedaan zijn. En dat is zo. Elke dag kan onze laatste zijn. Voor ieder van ons komt ooit het moment van sterven.

Waarom zouden we onszelf moeten herinneren aan ons sterven? Het is iets dat iedereen onbewust wel weet, maar waar we liever niet bij stilstaan.

Met carnaval vieren grote groepen met al hun zintuigen feest: ogen, oren, neus, tong, huid. Met het hele lichaam. En je geest? Die wordt vier dagen verdoofd, waarna op Aswoensdag het afkicken begint. Zo is Aswoensdag de rituele schakel tussen werelds genieten en daar afstand van doen. Het askruisje op je voorhoofd is een symbool van het besef van vergankelijkheid. ‘Gedenk mens dat gij van stof zijt en tot stof zult wederkeren.’

Dat is de kracht van Aswoensdag. Denk dan ook na over de dood en over de sterfelijkheid van elke mens. Denk dan na over de dingen die echt tellen, over de zaken die belangrijk zijn en die je echt wilt bereiken. En richt je hier dan ook op; niet op een onbepaald moment, niet morgen, maar vandaag. Vandaag is de enige tijd die we hebben, gebruik die tijd dan ook goed. Kom niet te laat tot de ontdekking dat er dingen in het eigen leven zijn die meer en eerder aandacht hadden verdiend.

In de lijn hiervan wijst as er ons ook op dat we niet volmaakt zijn. We zijn niet alleen ‘beperkt’ in onze levensduur, maar ook onze ‘kwaliteitsvolle’ omgang in onze relatie met onszelf, met anderen of met God laat soms te wensen over.

De dood is nog ver weg, denken we. En dus denken we er niet teveel over na, totdat het moment dáár is en we beseffen dat we eigenlijk niet echt geleefd hebben zoals we dat wilden doen.

Met het askruisje drukken we dan ook het besef uit dat we fouten en tekortkomingen hebben en dat de vastentijd ons de kans geeft, gedurende de komende veertigdagentijd ons hier bewust mee bezig te houden.

Daarbij gaat het er niet om dat we blijven steken in het besef dat we mensen met fouten en tekorten zijn, maar veel meer dat er voor onze zonden, onze kleinmenselijke kanten, vergeving is door Christus’ werk in ons. Dat de onontkoombare dood niet het einde is, maar de doortocht naar het eeuwige leven van Pasen.

De eerste prefatie van de Veertigdagentijd zegt het kernachtig als volgt:
“Want Gij gunt uw gelovigen de vreugde jaarlijks met een zuiver hart naar het Paasfeest toe te gaan: dit is een tijd van meer toeleg op het bidden, van grotere aandacht voor de liefde tot de naaste, een tijd van grotere trouw aan de sacramenten waarin wij zijn herboren. Zo groeien wij tot de volheid der genade.”

Dat die genade vanaf deze Aswoendag ons mag doordringen en ons een zalig Pasen mag brengen, opdat onze aardse daden eeuwigheidswaarde mogen dragen.

Roermond, Aswoensdag 2 maart 2022

+ Harrie Smeets, bisschop van Roermond

Plechtige Hoogmis met Pontificale Assistentie door Bisschop Smeets op zaterdag 25 december 2021

Plechtige Hoogmis met Pontificale Assistentie door Bisschop Smeets op zaterdag 25 december 2021

Plechtige Hoogmis met Pontificale Assistentie door Bisschop Smeets op zaterdag 25 december 2021
Op zaterdag 25 december werd om 11.30u de plechtige hoogmis met pontificale assistentie door bisschop smeets vanuit de Sint-Christoffelkathedraal in Roermond live uitgezonden.

Boodschap bij het einde van het kerkelijk jaar

Broeders en zusters in Christus,

Steeds meer raken we in ons Limburgse land gewend aan priesters van buitenlandse komaf. Soms hebben ze ook namen waaraan we even moeten wennen. Zo is er
op dit moment in Roermond een diaken-assistent uit Sri Lanka op weg naar het priesterschap en zijn naam is Christyraj [spreek uit Kristi-Ratsj]: een naam met een betekenis. Letterlijk vertaald betekent zijn naam: Christus Koning.

Christus Koning is het feest dat we vandaag vieren. Wie denkt dat deze feestdag betekent dat het voor mensen die in Christus geloven altijd rozengeur en maneschijn is en dat het opsteken van een noveenkaars alle kleine problemen van een gelovig mens wegneemt en grote moeilijkheden voorkomt, omdat het Christus Koning gunstig stemt, kan voor grote teleurstellingen komen te staan.

Kapelaan Christyraj heeft in 2004 in Sri Lanka de grote tsunami meegemaakt. In ons westers denken zouden wij al gauw redeneren: “Zie je nou wel dat God niet bestaat, anders zou Hij zoiets niet laten gebeuren.” Maar kapelaan Christyraj gaat daar heel anders mee om. Hij wist waarover hij het had, toen hij enkele weken geleden in een woordje tijdens de doordeweekse mis bijna onopvallend zei dat het koningschap van Christus ons leven ten goede kan veranderen, maar ons ook zwaar kan vallen.

Veel mensen in onze omgeving die iets ingrijpends ervaren, zijn geneigd om het geloof in Christus terzijde te schuiven. Kruisbeelden verhuizen van de huiskamer naar de kringloop en ze geven hun kind zeker geen naam als Christyraj.
Geen Christus Koning meer, maar van nu af zelf koning.

Dat is sowieso de manier waarop velen in onze tijd naar hun eigen leven kijken: “Ik beslis zelf over alles, tot en met het einde van mijn leven toe.”
U kent vast voorbeelden uit uw eigen omgeving, misschien wel in uw eigen familie.

Toch zegt Jezus in het evangelie van vandaag tegen Pilatus: “Ja, koning ben Ik. Mijn koningschap is evenwel niet van hier.” En Hij voegt eraan toe: “Hiertoe werd Ik geboren en hiertoe ben Ik in de wereld gekomen om getuigenis af te leggen van de waarheid. Alwie uit de waarheid is luistert naar mijn stem.”

Jezus spreekt in het evangelie vaak over de komst van het rijk van God. Waarom is het belangrijk om vandaag een scène uit het passieverhaal van Jezus te lezen? Helpt het ons om te begrijpen wat het koningschap van Jezus, van het rijk van God, werkelijk inhoudt? Pilatus herkent het koningschap van Jezus niet. En vaak genoeg hebben ook Jezus’ leerlingen zichzelf de belangrijkste plaatsen naast Hem, in een louter aards soort koninkrijk, toegeëigend.

Toen Jezus door de Farizeeën de vraag werd gesteld wanneer het rijk Gods zou komen, gaf Hij hun als antwoord: “De komst van het rijk Gods kun je niet waarnemen. Je kunt niet zeggen: Kijk, hier is het of daar is het. Want het rijk Gods is midden onder u.”

Hoe herkennen we dan dat Christus koning is in ons eigen leven? Jezus geeft zelf aan dat zijn koningschap niet aards is. Het ‘koninkrijk van God’ is van elders;
het vestigt zich in mijn eigen leven. Het is ‘innerlijk’ aanwezig. Het Koninkrijk Gods is binnen handbereik. Alleen God kan mij inspireren om er een stap dichter bij te komen, er binnen te gaan en het zo tot een realiteit in mijn leven te maken. Zo zal het Rijk Gods meer en meer werkelijkheid kunnen worden.
Hoe onze persoonlijke situatie ook is.

Het koninkrijk van Christus is niet van deze wereld, maar wel ervaarbaar in deze wereld. Elke keer als iemand uit liefde handelt, is daar Gods rijk. Waar waarheid, schoonheid, eenheid en gerechtigheid worden gezaaid – hoe klein ook – daar groeit Christus’ rijk. Waar we vriendelijkheid, zachtmoedigheid, mededogen, edelmoedigheid geven of ontvangen, ervaren we Christus’ koninkrijk.

Zijn koninkrijk is niet van deze wereld. Dat antwoord krijgt Pilatus van Jezus en dat antwoord krijgen wij als zijn leerlingen ook. Jezus’ koninkrijk komt als een innerlijk rijk dat zich wil vestigen in ons leven. Jezus antwoordt dat het al aanwezig is, maar niet van deze wereld is, en vaak nog onzichtbaar: “Het koninkrijk van God is onder u”.
Of met andere woorden: “Het is in u.”

Het is aan ons om Zijn koninkrijk in ons toe te laten en het te laten groeien; om Hem in ons leven Christyraj – Christus Koning – te laten zijn, omdat deze koning op een andere manier naar ons omziet dan vele aardse koningen.

In deze geest mogen wij de Advent gaan beleven als tijd van verwachting van Christus, de koning die komt.

Roermond, laatste zondag van het kerkelijke jaar 2021

+ Harrie Smeets, bisschop van Roermond