‘t Klökske

Jaargang 16 nummer 1

Na Carnaval beginnen we aan het serieuzere werk: De Vasten- of Veertigdagentijd en meer aandacht voor het Sacrament van Boete en Verzoening.

Boete heeft doorgaans een heel negatieve klank. Het heeft dezelfde klank als ‘straf’. Als iemand iets verkeerds gedaan heeft, zeggen we: “Hij zal daarvoor boeten”. En wij beschouwen die boete als straf. Blijkbaar is het Nederlandse woord ‘boete’ beïnvloed door het Latijnse ‘poenitentia’, wat inderdaad straf betekent. Maar daarmee is in zekere zin verraad gepleegd aan het Nederlandse woord ‘boete’. Vraag maar eens aan een visser wat ‘boeten’ betekent. Hij zal je dan antwoorden: heel maken. Want een visser ‘boet’ zijn netten, nadat hij van de visvangst is teruggekeerd. Hij maakt dan de gaten dicht, die erin gekomen waren door over een rots te schuren of over een scherp voorwerp dat hij niet had gezien, en waardoor zijn netten waren gescheurd.